De rechtbank verklaarde ook een vermogensvoordeel van liefst 4,1 miljoen euro verbeurd. De hele witwasoperatie zat relatief eenvoudig in elkaar. De diamantfirma's vroegen een lening aan bij de SBI en moesten daarvoor een waarborg storten op een buitenlandse rekening van de bank. In de contracten was echter nooit sprake van een waarborg, omdat die met zwart geld betaald werd en dus niet te traceren mocht zijn door de fiscus. Maar de bank had te weinig geld om al die leningen uit te betalen en maakte dus zelf gebruik van de zwarte waarborgen. Na het aflossen van die leningen was het zwarte geld witgewassen. Het bestaan van deze zogenaamde back-to-back-leningen, waarbij de diamantairs dus hun eigen geld leenden, kwam in 1997 aan het licht, maar de witwasoperatie was al bezig sinds 1988.

De acht kaderleden beweerden dat ze te goeder trouw hadden gehandeld en dat ze niet wisten dat ze meewerkten aan witwaspraktijken.