Onderzoeker Dirk Schoenaers en Mechels cultuurschepen Björn Siffer bekijken een van de stadsrekeningen in het stadsarchief.© Stad Mechelen

Onderzoeker ontdekt verslag dat nieuw licht werpt op rampzalige Mechelse stadsbrand van 1342

Mechelen, Averbode -

De grote stadsbrand van 1342 was een van de grootste rampen in de geschiedenis van Mechelen. Amper een zesde van de stad bleef gespaard. Een verslag dat onderzoeker Dirk Schoenaers in de abdij van Averbode opmerkte in een zeventiende-eeuws handschrift werpt nu een nieuw licht op die rampzalige gebeurtenis.

Sven Van Haezendonck

Over de enorme stadsbrand die de Dijlestad op 29 mei 1342 trof, is behalve de omvang weinig geweten qua omstandigheden. De ontdekking door Dirk Schoenaers, doctor in de middeleeuwse letterkunde, brengt daar 681 jaar later verandering in. De rijmtekst van net iets minder dan tweehonderd gepaarde versregels biedt een bijzondere inkijk in de manier waarop de Mechelaars de sociopolitieke nasleep van de ramp hebben ervaren.

In het eerste deel van het verslag overheerst een gevoel van teleurstelling. Zowel de Brabantse hertog Jan III als de buren in Antwerpen, Brussel en Leuven maakten allerlei beloften om de stad te helpen, maar uiteindelijk lieten ze Mechelen allemaal in de kou staan. Al is er ook plaats voor hoop. De verteller stelt zich voor als een Mechelaar in hart en nieren, die het reilen en zeilen van het stadsbestuur van dichtbij kende. De dichter heeft het voortdurend over een Mechels ‘wij’, en spoort zijn stadsgenoten aan om moed te vatten en eensgezind de vroegere glorie van de stad nieuw leven in te blazen.

Ook in de Kronieken van Mechelen wordt de stadsbrand beschreven.© Stad Mechelen

Het afschrift dat in de abdij van Averbode wordt bewaard, dateert uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. Toch is het zeker dat de hoofdstukjes over de stadsbrand al in de vijftiende eeuw circuleerden als onderdeel van de Brabantse kroniek van Jan van Boendale.

“Waarschijnlijk niet lang na brand opgevoerd”

“Op zichzelf bekeken bezit het verslag veel kenmerken van een middeleeuwse sproke, een soort van korte eenmansvoorstelling. Het lijkt waarschijnlijk dat de tekst niet lang na de brand is opgevoerd voor de inwoners van Mechelen, misschien wel door een professionele verteller of sprookspreker”, legt Dirk Schoenaers uit. Hij is gespecialiseerd in handschriftenkunde, middeleeuwse geschiedschrijving en vertaling in de Nederlanden.

De onderzoeker merkte het onbekende verslag op in de Abdij van Averbode. De tekst bevindt zich in een van de verzamelbanden met geschiedkundige aantekeningen die Gillis die Voecht (1579-1653), archivaris van de Abdij van Averbode, in de zeventiende eeuw vergaarde als basismateriaal voor een geschiedenis van het graafschap Loon. “In het korte verhaal over de Mechelse stadsbrand wordt veel belang gehecht aan samenhorigheid, iets dat de toehoorders vast konden gebruiken bij de uitdagingen van de heropbouw”, vertelt Schoenaers.

Een detail van de stadsrekeningen.© Stad Mechelen

Het Mechelse stadsbestuur is enthousiast over de ontdekking. “Het verhaal geeft ons vandaag weer een nieuw inzicht in de geschiedenis van onze stad”, zegt Björn Siffer (Vld-Groen-m+), schepen van Cultuur. Ook in het stadsarchief zijn er best wel wat linken te vinden naar de stadsbrand. “Zo is bijvoorbeeld in de stadsrekeningen te zien dat er in de jaren na de brand allerlei maatregelen worden genomen, met name wijzigingen in de inning van accijnzen of dat er ijverig geld wordt geleend om schulden in te lossen”, vertelt Siffer.

Een studie en uitgave van de tekst uit Averbode verscheen recent in een speciaal nummer van Queeste. Dat is een tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, aangeboden aan Frits van Oostrom, ter gelegenheid van zijn emeritaat. Dirk Schoenaers, ‘Een verloren hoofdstukje van de Brabantsche yeesten? Vanden parlementen die te Mechlen lagen ende ander dingen’, Queeste 30/1 (2023), p. 6-42.

www.aup-online.com

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Blikvangers Mechelen