Wellicht staan beide dossiers los van elkaar. De huiszoeking in Olen werd dinsdagavond uitgevoerd door speurders van de federale gerechtelijke politie, vermoedelijk in het kader van een lopend onderzoek. De lokale politie Neteland verleende bijstand. Het labo was ingericht in een voormalig bedrijfspand achter een woning.

De bewoners van het huis hadden, voor zover bekend, geen enkel idee wat er in het met een poort afgesloten bedrijfsgebouw gebeurde. Tegen de poort hangen zwarte doeken en een bordje met de vermelding ‘verboden toegang’ boven een verwijzing naar een artikel in het strafwetboek. Er is sprake van een viertal mensen die voor verhoor zijn opgepakt.

Het labo in de stal op de Sluiskensweg in Meer kwam in beeld na een anonieme melding op het online meldpunt drugsplantageontdekt.be. Het gebouw staat op slechts enkele honderden meter van de grens met Nederland.

Politie en civiele bescherming zijn in de loop van woensdag ter plaatse gekomen. Volgens een buurtbewoner is de stal vorig jaar gekocht door iemand die recent overleden is. Er was meestal weinig beweging te zien rond het gebouw. De poort zou al een tijdje niet meer volledig gesloten geweest zijn.

Het is niet bekend of er bij de inval in Meer personen opgepakt zijn. Het is ook nog niet duidelijk of de installatie in werking was. De ontmanteling is aan de gang.