“De ZLM Omloop der Kempen verliep zoals het grootste deel van mijn seizoen”, analyseerde Van De Paar. “Namelijk vallen en opstaan en de nodige pech. Zondag daarentegen had ik wel een goed gevoel na afloop. Alvorens met een heel deel rensters uit de koers te worden genomen had ik mijn werk voor de ploeg kunnen opknappen.”

De Balense suggereerde het al. Ook in de aanvangsfase van het seizoen was het lot haar niet zo gunstig gezind. “In Beernem (9de) en Puyvelde (10de) wist ik me al in de top tien te plaatsen. Daar hoor je me niet over klagen. Net als ik ook tevreden kan zijn over de keren dat ik in functie van het team reed. In de Scheldeprijs daarentegen was ik goedgeplaatst om mee te spurten voor een dichte ereplaats. Tot ik minder dan drie kilometer ten val werd gebracht.”

Die tegenslagen in combinatie met het iets later aanvatten van de conditieopbouw tonen aan dat er nog veel progressie mogelijk is voor de jongere zus van wielerprof Jarne. “Daar ben ik van overtuigd. Dat ik later aan mijn voorbereiding begon was omdat ik in november nog geopereerd was aan mijn linkerschouder. En omdat ik ook mijn schoolstage als verpleegster in het ziekenhuis wou afwerken. Want hoe groot mijn passie voor het wielrennen ook is. De realiteit dat je ook een diploma op zak moet hebben zit zeker in mijn achterhoofd”, besluit de 20-jarige.

Marthe Goossens vierde, Britt Knaven zevende.

Marthe Goossens en Britt Knaven (beiden AG Insurance-Soudal-Quick Step) maakten deel uit van de kopgroep. “Ik had best wel hoge verwachtingen voor deze wedstrijd”, sprak de 23-jarige Goossens. “Het parcours en de wedstrijdomstandigheden in Antwerpen lagen me wel. Nadat Britt probeerde solo te gaan en gegrepen werd trok latere winnares Marthe Truyen door. Met twee anderen wist ik haar te volgen. Doordat we alle vier moe waren was het verschil in de spurt klein. Ik voel dat ik telkens meer ervaring heb en ook fysiek wordt ik steeds sterker. Dat maakt dat ik nog wel verwacht om verder progressie te blijven maken”, besloot Truyen.