Maria Smeijers is uitgegroeid tot de ambassadeur van Albert Heijn in Putte. Wanneer ze binnenkort aan haar laatste werkdag begint (vrijdag 30 juni), werkt de Putse meer dan een halve eeuw bij dezelfde werknemer. Dat is uitzonderlijk, niet alleen in Nederland maar ook in ons land. Dat beseft ook huidig supermarktmanager Jeremy Dudok. “Zelf ben ik hier nog niet zo lang aan de slag, maar het is een zaligheid om met haar te werken. Loyaal, energiek en na vijftig jaar nog steeds vol passie. Maria kent niet enkel de zaak, ook van de klanten kent ze de voor- en familienaam.” 

Eigenlijk mag Maria Smeijers donderdag niet in de winkel komen. Voor de foto’s maakt Albert Heijn een korte uitzondering. Albert Heijn bereidt een feestje voor en daarom spreken we af met haar in café Grenszicht bijna letterlijk op de landsgrens. Smeijers: “31 maart 1973. Dat was mijn allereerste werkdag. Zelfs na een halve eeuw weet ik nog als de dag van gisteren wat ik toen moest doen. Een hele dag gerookt vlees snijden onder het toezicht van een oudere collega. Geloof me, als 15-jarige is dat niet meteen de droomjob die je verwacht. Maar de collega van toen vond mijn kennismakingsjob met Albert Heijn belangrijk, want als je gerookt vlees kan snijden, kan je ook alle andere vleeswaren en kaas snijden zoals de klanten het willen.”

Tiener Maria begon nog op de oude locatie van Albert Heijn. Die was ook in de Antwerpsestraat, op de plek waar nu Kruidvat een onderkomen vindt. Een kwarteeuw geleden is het warenhuis verhuisd naar de huidige plek. “Groenten en fruit, de versafdeling, bakkerij, brood, vers vlees, kassa, rekken vullen… er is de voorbije vijf decennia geen job die Maria niet heeft gedaan. Maar de jongste jaren ontpopt ze zich tot bloemenmeisje van Albert Heijn Putte.

Bloemen

Maria Smeijers: “Bloemen en planten zijn inderdaad mijn ding. Onze bloemenafdeling scoort fenomenaal. Dat lijkt wat pocherig, maar het is wel zo. Een bloemen- en plantenstand moet je runnen met passie en liefde. Op dit moment loopt in alle Albert Heijns de plantjesmarkt. De omzet die we in het kleine Putte draaien, is groter dan die van de grote Albert Heijn in Amsterdam. Dat zegt wel wat. Een topper is de Vlaamse Moederdag. Op 15 augustus stromen onze Belgische klanten hier binnen voor een boeketje. Vorig jaar verzetten we zevenhonderd bloemenboeketjes. Tegen de middag waren die allemaal de deur uit. Dit jaar gaan we voor duizend boeketjes”, zegt het bloemenmeisje van Albert Heijn.

Ups-and-downs

Wie vijf decennia meedraait in dezelfde winkel, ziet niet alleen de winkel evolueren maar ook de klanten en de koopgewoontes. “Eetpatronen veranderen. Mensen hebben nu minder tijd om te koken en dus zien we de verkoop van het aantal kant-en-klare maaltijden stijgen. Ook voedselkennis wordt minder. Jonge mensen kennen bij manier van spreken het verschil niet meer tussen andijvie en verse sla.”

Albert Heijn maakt geregeld reclame met de slogan ‘hamsteren’. Maria Smeijers heeft echter verschillende keren meegemaakt, dat klanten echt gingen hamsteren. Ze gingen dan niet in op de reclameslogan, maar werden gedreven door internationale conflicten. “Ik herinner me nog de nucleaire ramp in Tsjernobyl en recent de pandemie. Tijdens de dioxinecrisis in België werden producten uit België aan de grens tegengehouden. Dat zagen we onmiddellijk weerspiegeld in grote lege vakken in de winkelrekken.”

Alhoewel Maria nog drie maanden aan de slag moet, werd ze vrijdag 31 maart toch al gevierd. Dan is het dag op dag vijftig jaar geleden dat ze als 15-jarige tiener voor het eerst in haar leven gerookt vlees moest snijden.