Op de Expresweg in Maldegem werd Ruud Vormer (34) onlangs door de politie aan de kant gezet. Volgens de agenten maakte de voetballer zich schuldig aan aansporen tot overdreven snelheid. De agenten meenden dat ze twee voertuigen, waaronder dat van Vormer, naast elkaar zagen staan aan de rode lichten. “Daarbij spoorden ze elkaar aan tot versnellen”, klonk de vaststelling van de politie.

Vormer werd daarvoor begin februari voor de politierechtbank in Gent gedaagd en zelfs bij verstek veroordeeld. Daartegen werd door de profvoetballer bij Zulte Waregem direct verzet aangetekend. “De cliënt had net zijn sleutelbeen gebroken”, legde zijn advocaat vrijdag uit. “Daardoor kon hij niet aanwezig zijn tijdens de zitting van de rechtbank. Een duidelijk geval van overmacht.”

Degradatiestrijd

De politierechter volgde de advocaat en het verzet werd gegrond verklaard. Vormer ontkende ook met klem de beschuldigingen van aansporen tot overdreven snelheid. Na nog geen minuut sprak de politierechter hem vrijdag ook vrij. “De feiten worden betwist en over het aansporen tot overdreven snelheid, daar is geen enkel bewijs voor. Vrijspraak”, sprak de Gentse politierechter volmondig.

Vormer verliet daarop tevreden de zitting. “De beschuldigingen waren compleet nonsens”, sprak hij achteraf. “Ik begreep niet waarom de politie mij aan de kant zette.”

Nu deze juridische zaak van de baan is, kan de voetballer zich focussen op zijn revalidatie. Na zijn sleutelbeenbreuk werd Vormer geopereerd. De middenvelder hoopt klaar te raken om Waregem te helpen in de degradatiestrijd.