De toekomstige wet op de bestuurlijke handhaving moet burgemeesters meer instrumenten geven om de strijd aan te gaan met onder meer de drugsmaffia. De Wever is al lang vragende partij voor zo’n wetgeving. Alleen is hij teleurgesteld met wat nu op tafel ligt, en volgens hem ook de andere burgemeesters van de centrumsteden. De burgemeester somde zijn bezwaren nog eens op na een vraag van Sam Van Rooy (Vlaams Belang) in de raadscommissie.

“Als de wet er door komt zoals ze nu op tafel ligt, dan maakt dit ons leven serieus moeilijker”, zegt De Wever. “Wat voorligt, vertrekt vanuit een wantrouwen tegenover de burgemeesters.”

Onderbroek

De burgemeester heeft dan nog liever de huidige regeling, waarbij dankzij een nauwe samenwerking met het parket resultaten worden geboekt. “Als we willen optreden tegen malafide horecazaken, dan moet niet alleen heel deze sector worden gescreend, maar moet ik volgens die nieuwe wet elke horecazaak aanschrijven dat ze worden gescreend”, zegt De Wever.

“Dat ga ik echt niet doen. Bovendien veranderen malafide personen van sector, zoals mensen van onderbroek veranderen. Eerst zijn ze een restaurant, maar daarna openen ze een kapperszaak. Voor we kunnen ingrijpen, zouden we dan ook eerst advies moeten vragen aan een Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen. Alleen is die er nog niet en ik vraag mij af of dit wel zo efficiënt is.”

De burgemeester roept de federale regering ook op om de boeken in dit dossier gewoon dicht te doen. “Laat dit voorontwerp gewoon liggen. Het is bedroevend dat we er nog steeds niet in zijn geslaagd om een goede wet op te stellen rond bestuurlijke handhaving. Nederland heeft er al langer ervaring mee en leerde van zijn fouten. Niet alles is over te nemen, maar toch veel.”

Zo zou de burgemeester malafide handelszaken definitief willen kunnen sluiten. Nu kan hij dat slechts voor zes weken. “Ik heb nu als burgemeester een Volkswagen, ik hoopte op een Mercedes, maar ik dreig een deux chevaux te krijgen. Dit is onwaarschijnlijk”, besluit De Wever.