Bijna 600 atleten stonden in Turnhout aan de start voor de halve marathon. In dat ruime deelnemersveld stootte Jonas Van Schoubroeck al vanaf de eerste meter meteen door naar de kop van de wedstrijd. “Ik heb niet getwijfeld en meteen voor een hoog tempo gekozen, waardoor ik al heel snel een kloof kon slaan”, doet de verpleegkundige van het AZ Turnhout zijn verhaal. “De eerste kilometer liep ik wel wat sneller dan gepland. Ik ben een halve fond-loper en ben dus afstanden als de 800 meter en 1500 meter gewoon. Vandaar die snelle start ook. Dat 21 kilometer volhouden, was natuurlijk niet haalbaar. Ik moest de snelheid bijgevolg een beetje aanpassen. Ik heb onderweg genoten van het mooie parcours, met veel onverharde stukken. Dat het er af en toe wat glibberig bij lag, nam ik er graag bij. Tijdens de koers had ik geen idee van de tegenstand. Ik had mij voorgenomen om mijn eigen race te lopen en pas om te kijken in de laatste bocht. Er was niemand te zien, dus was een laatste versnelling zelfs niet nodig.”

Van Schoubroeck eindigde vorig jaar als vierde. “Ik maak dus een mooie sprong vooruit, al loop ik nu ongeveer dezelfde tijd als toen. Volgens mij was de bezetting vorig jaar dus een pak sterker. Maar goed, ik ben heel blij met de winst. Een lange voorbereidingsperiode voor deze halve marathon heb ik niet ingelast, wel een aantal duurtrainingen. In april begint het pisteseizoen en ik ben volop aan de opbouw en voorbereidingen bezig”, blikt Van Schoubroek vooruit.

Bij de vrouwen toonde Virginie van Droogenbroeck (Braine-l’ Alleud) zich de sterkste. Zij liet Karen Verrydt uit Mol en Sofie Geerts uit Minderhout achter zich. (make)