“Echt veel ontsnappingsmogelijkheden zijn er vandaag niet geweest, hé”, concludeerde Joren Segers (58ste) na afloop. “De combinatie van de vlakke omloop en het sterke deelnemersveld is daar de oorzaak van. Dat winnaar Jonathan Vervenne toch nog net het peloton wist voor te blijven zegt vooral veel over zijn sterkte. In wedstrijden waaraan de grote beloftenteams deelnemen, is het opvallend hoe snel er telkens gereden wordt. Het niveau stijgt alleen maar. Dat kan je ook afleiden uit onze gemiddelde snelheid die boven de 46 km/u lag. Tijdens de winter heb ik dan ook bewust harder getraind dan de voorgaande jaren.”

De wedstrijd werd halfkoers een tijdje geneutraliseerd. “Er was een grote valpartij in het eerste deel van het peloton”, verklaart de Lillenaar. “Ik reed op dat moment met een hoop anderen in geslagen positie op ruim vijfenveertig seconden. Gelukkig besliste de wedstrijdleiding dat we na de neutralisatie allemaal samen mochten vertrekken.”

De renner van het Hubo Cycling Team kwam zelfs even op kop van de wedstrijd. “Net nadat Warre Vangheluwe (Soudal-Quick Step, red.) twee ronden voorop had gereden, glipte ik met zeven anderen weg van de rest. Doordat naast Soudal-Quick Step en Lotto Dstny ook Circus-RE UZ-Technord vertegenwoordigt was, durfde ik te hopen dat dit de goede ontsnapping was. Jammer genoeg werd ons geen ruimte gegund en werden we niet veel later opnieuw gegrepen. In de slotronde koos winnaar Vervenne dan zijn moment. Maarten Verheyen kon hem even bijbenen, maar moest de rol snel lossen. En zo was de vogel gaan vliegen. Al kwamen we met het peloton nog wel tot op zijn achterwiel.”

Robbe Geudens op een minuut

Gelenaar Robbe Geudens kwam een minuut na de winnaar over de eindmeet. “Dit is toch wel andere koek dan bij de juniores”, aldus de eerstejaarsbelofte van het Stageco Cycling Team. “De mogelijkheid om met een groter verzet te rijden, het hogere aantal af te leggen kilometers en het gegeven dat de anderen al verder staan in hun lichaamsontwikkeling zijn slechts een paar oorzaken. Maar deze ervaring neem ik mee naar de volgende wedstrijden. En dan zie ik wel tot waar ik kom.”