© BELGA
Wout van Aert gaat op zoek naar tweede zege in Milaan-Sanremo: “Ik móét niets bewijzen, maar wíl elke belangrijke koers winnen”
De meeste hoop op een Belgische zege in Milaan-Sanremo rust ook dit weekend weer op de schouders van Wout van Aert (28). De kopman van Jumbo-Visma kende door een ziekte op hoogtestage geen ideale aanloop, maar flirtte in Tirreno-Adriatico alweer met zijn beste vorm. “In principe zit ik dit jaar niet alleen na de Poggio. Dat kan de sleutel zijn.”
Je begon niet aan je seizoen zoals je dat had gehoopt: in topvorm aan de start van de Strade Bianche. Het werd de Tirreno, twee dagen later. Hoe heb je die verteerd?
“Ik heb er wel vertrouwen opgedaan. Het was toch met twijfels dat ik startte. Je weet nooit hoe het loopt als je ziek bent geweest in de voorbereiding. Die twijfels zijn weg en daar ben ik blij om.”
Het was wel voor het eerst in jaren dat je uit een rittenwedstrijd kwam zonder ritzege. Knaagt dat?
“Neen, dat was niet het belangrijkste. Ik wou er in die vierde rit wel voor gaan, maar toen viel ik en dat is natuurlijk ambetant, maar het was vervelend geweest als ik de benen niet had om mee te doen.”
Van Aert hoopt in de Tirreno een stap naar zijn topvorm gezet te hebben. — © BELGA
Op al die venijnige klimmetjes was jij wel degene die de beste papieren had. Geeft dat je dan een goed gevoel als Van der Poel, Girmay en co. lossen terwijl jij nog op de eerste rij koerst?
“Totaal niet. Iedereen kiest zijn weg richting de hoofddoelen. Ik hoop dat ze straks lossen.” (grijnst)
Milaan-Sanremo met of zonder Tadej Pogacar, is dat een hemelsbreed verschil?
“Ik denk het wel. Vorig jaar heeft hij de koers zwaar gemaakt door ontelbare keren aan te vallen op de Poggio. Dat is anders dan wanneer er pas op het einde één echte versnelling komt. Ik heb daar toen al mijn beste kogels moeten afvuren. ”
Heb je dan betere benen nodig dan vorig jaar?
“Ik denk dat ik vorig jaar iets verder stond. Vorig jaar was ik al goed in het openingsweekend en in Parijs-Nice en moest ik dat niveau proberen aan te houden. Nu hoop ik dat mijn vorm nog in stijgende lijn gaat. Ziek worden op de Teide heeft het plan wat door mekaar geschud.”
In Milaan-Sanremo hoeft dat geen probleem te zijn. Het wielercliché dat je niet top moet zijn om op de Via Roma te winnen passeerde deze week al een paar keer. Akkoord?
“Je moet er toch dicht bij zijn. Het is een speciale wedstrijd, waar alle puzzelstukjes goed moeten vallen. Het zijn niet automatisch de besten die komen bovendrijven. Toch merk ik wel dat je als renner de beste beslissingen maakt als je honderd procent bent.”
Alaphilippe kwam Van Aert zelfs even aanmanen om het kalmer aan te doen in de Tirreno. — © BELGA
Renners die een Monument winnen, zijn vaak in één klap legendes. Bij jou is de teneur weleens: hij is al 28 en won nog maar één Monument. Vind je dat fair?
“Dat zegt veel over de verwachtingen. Uiteindelijk is het iets positiefs als mensen zo naar je kijken. Het betekent ook dat mijn overwinning in Sanremo geen lucky shot was. In zekere zin zegt het ook veel over het respect dat ik krijg. Ik probeer zulke dingen altijd positief op te vatten.”
Milaan-Sanremo is het Monument dat je al op zak hebt. Sta je dan toch anders, met minder druk, aan de start?
“Dat is anders, mooi ook. Ik ben enorm trots dat die al op mijn erelijst staat. Ik hoef in die koers zogezegd niks meer te bewijzen, neen. Maar er wordt stilaan zoveel gezegd, dat ik ik-weet-niet-wat-allemaal moet winnen. Ik vind dat ik niets moet bewijzen, maar ik wil elke belangrijke koers winnen. Die motivatie blijft er dan ook in Sanremo, zelfs al heb ik die gewonnen. Net als dat in de Ronde het geval zal zijn. Ook daar start ik maar met één doel.”
De buitenwereld pint je meer en meer vast op de Ronde en Roubaix, daar moet het dit jaar gebeuren. Is dat iets wat op je weegt of glijdt dat gewoon van je af?
“Euh, ik begrijp dat wel. We zijn wielergek in Vlaanderen en daar spreekt vooral de hoop van veel mensen uit. Dat is in die zin positief en natuurlijk beïnvloedt het me soms wel, zeker als ik daar elke keer weer vragen over krijg. Gelukkig zit ik in een goede ploeg, waar ik netjes word afgeschermd en met mijn voeten op de grond gehouden word. Een beetje weg van de Belgische druk, zal ik zeggen, ook al overstijgt die mijn innerlijke motivatie niet.”
In de voorlaatste etappe van de Tirreno perste Van Aert er nog een laatste keer alles uit. — © BELGA
Over je ploeg gesproken: tijdens het openingsweekend was die verpletterend. Kan dat ook in Milaan-Sanremo de doorslag geven, jullie numerieke overwicht?
“Milaan-Sanremo leent er zich niet voor om te koersen zoals in Vlaanderen. Om beurten gaan aanvallen heeft geen zin. Daarvoor is Sanremo te snel en heeft het peloton te veel voordeel. Het wordt altijd pas beslist vanaf de Cipressa, maar je moet wel een sterke ploeg hebben om daar fris aan te kunnen beginnen. Die hebben we zeker. Door omstandigheden zat ik in het verleden vaak alleen na de Poggio. In principe zou dat deze keer niet meer het geval mogen zijn en dat kan wel een sleutel zijn. Christophe Laporte staat net onder mij. Hij kan Sanremo keigoed, maar hij was alleen wat ziek na het openingsweekend. Ik hoop dat hij intussen weer goed is en zijn rol kan spelen. Nu ben ik de vooruitgeschoven man, maar in de Vlaamse klassiekers starten we weer gewoon met z’n allen op gelijke hoogte.”
De Lie behoort ook tot de outsiders. Intussen bereidt Evenepoel de Giro voor om er mee te doen voor het eindklassement. Philipsen en Merlier stapelen de ritzeges op. Zijn we ons in België voor jou voldoende bewust van de hoogconjunctuur waar we in terechtgekomen zijn?
“Ja, misschien zijn we wel in een gouden tijdperk aangekomen en beseffen we het niet genoeg. In elke World Tour-koers winnen we ritten en hebben we de favorieten. Naast snelle spurters hebben we met Remco ook weer iemand die het klassement kan winnen in rittenkoersen en zelfs in grote rondes. Dat is heel speciaal en dat moeten we beseffen.”