Van uit de luchthaven in Taiwan blikte Jago Willems terug op een vijfdaagse rittenkoers die hem op de slotdag ei zo na een delirium bezorgde.

“De wegen in Taiwan lagen er goed bij”, zegt hij. “In de bergetappes was het wel zweten bij temperaturen rond dertig graden. De organisatie viel best mee, al zag je dat ze niet vertrouwd waren met onze wielercultuur. Ons klaarmaken voor de start gebeurde op de stoeprand. In de slotetappe reden acht renners weg. Ik maakte in mijn eentje de brug naar de koplopers. Ik had een sterke dag en in de finale bleef ik als enige over aan de zijde van een sterke Australiër. Op vijf kilometer van de streep werden we helaas gegrepen. Ik ben niettemin tevreden. Ik kon me op het voorplan hijsen nadat ik in de derde rit ook had kunnen helpen om Tijl De Decker naar de laatste rechte lijn te loodsen. We maakten de koers toen lastig waardoor we met een uitgedunde kopgroep naar de meet trokken. Uit de greep van het peloton blijven was trouwens geen sinecure omdat we overwegend lange rechte banen geserveerd kregen waar je niet uit het zicht van het peloton kon geraken.” Willems cijferde zich ook weg in een helpersrol.

“Eduardo Sepulveda en Mathijs Paasschens golden als onze renners voor het klassement. De slotetappe begon trouwens onder een goed gesternte met bonusseconden voor Paasschens. Ik werk al een heel seizoen profkoersen af. Bij Lotto-Dstny U23 kwam ik uitstekend terecht in een goed gestructureerde ploeg met een prima omkadering. Met een rittenkoers in de benen moet ik nog sterker staan dan voorheen.”

Jago Willems hoopt de komende weken gensters te slaan.

“De focus ligt vanaf nu op Luik-Bastenaken-Luik waar ik als klimmer op het voorplan hoop te treden. Eerst rijd ik nog de Trofee Hendriks in de U23 Road Series. Nadien volgt het Circuit des Ardennes, een vierdaagse rittenkoers met flink wat hoogtemeters en dus de ideale aanloop naar Luik-Bastenaken-Luik. Ik tel intussen al flink wat koersdagen. Ik dank mijn ploeg voor de vele kansen waar tal van andere renners slechts kunnen van dromen.”