DE BLIK VAN BISTIAUX. “Milaan-Sanremo is de mooiste koers van het jaar: het palmares leest als een catalogus van grote kampioenen”
De volle 23 jaar lang was Paul Bistiaux bij Royal Antwerp FC de bekendste en kleurrijkste clubsecretaris van het land. Vandaag is hij de vaste columnist voor Gazet van Antwerpen en heeft hij het over de woke-rel rond de schilderijen in de Arenbergschouwburg, de succesvolle Europese week van onze clubs en Milaan-Sanremo, de volgens hem mooiste koers van het jaar.
Onze stad is om diverse en allemaal geldige redenen al lang op het wereldtoneel aanwezig. Maar deze week werd die aanwezigheid naar een hoger niveau getild, want na zo veel andere steden op de planeet hebben we nu eindelijk ook onze eigen echte woke-rel. In de discussie die ontstaan is rond de gewraakte schilderijen in de Arenbergschouwburg hebben Luk Lemmens en Nabilla Ait Daoud volkomen gelijk, het gehuil van de wolven in het bos ten spijt. Over kunst kan men van mening verschillen, zoals over wijn. Mooi of niet mooi is een strikt persoonlijk gegeven en voor iedereen anders, les goûts et les couleurs ne se discutent pas. Maar wat ik niet begrijp, is waarom ‘oude’ of ‘gevestigde’ kunstuitingen perse uit beeld moeten verwijderd worden. Waarom kan het nieuwe kunstwerk niet gewoon worden toegevoegd zonder dat het oude moet sneuvelen? De geschiedenis is wat ze is, goed of slecht. Lemmens zegt geheel terecht dat hij ze niet wil herschreven zien. Dat laatste is immers een kenmerk van totalitaire regimes. Er bestaan recente voorbeelden genoeg van en ieder weldenkend mens zou daarvoor moeten passen. Dit gezegd zijnde, is er in onze stad op gebied van canceling nog heel wat werk aan de winkel: Rubens op de Groenplaats, Brabo op de Grote Markt, de blote David in het Nachtegalenpark. Allemaal witte mannen: weg ermee!
Over naar serieuze zaken en dus naar de sport. De drie Belgische clubs deden het Europees meer dan uitstekend en vooral naast het exploot van Union valt niet te kijken. Meer nog dan mijn eigen club is deze oldtimer als een feniks uit zijn as verrezen. Twee jaar geleden nog in tweede klasse en nu op superieure wijze naamgenoot Union Berlijn wandelen gestuurd. Faut le faire.
AA Gent en Anderlecht deden het dan weer in den vreemde en ook dat verdient bewondering. De frisse Gentse spits Gift Orban heeft een ietwat speciale naam, maar scoren kan hij wel. De jongen stamt uit Nigeria. Dat grote land is een onuitputtelijk reservoir van talentvolle voetballers. Een nieuw gegeven is dat niet, maar het is mooi om het opnieuw bewaarheid te zien. Ook mijn club strikte met Victor Udoh zopas immers een Nigeriaanse belofte. Het is niet de eerste en het zal zeker niet de laatste zijn.
De voetbalweek bracht mij wel enige frustratie, zij het in goede zin. Kort geleden wijdde ik nog bespiegelingen aan het groot aantal wedstrijden dat vandaag de dag door middel van strafschoppen moet worden beslecht. En hoe dit fenomeen de penalty en al wat er bij hoort tot nieuwe kunstvorm heeft verheven. Wanneer ik de resultaten van de vorige dagen overschouw, moet ik mijn bevindingen bijstellen: Feyenoord – Shakhtar Donetsk 7-1! Manchester City – Leipzig 7-0! Wablief zeg. Het zijn cijfers die aan de prehistorie van de voetbalsport doen denken, maar ze zijn daarom niet minder welkom.
Het is vandaag Milaan-Sanremo, eindelijk terug een echte koers en ineens de mooiste van het jaar. Driehonderd kilometer zoeven op het beste asfalt van de wereld, in één langgerekte juichkreet langs de mooiste zee. Je hoort soms beweren dat het een saaie wedstrijd is: wie dat zegt, kent er niks van. Het palmares van de Primavera over de afgelopen honderd jaar leest niet voor niets als een catalogus van grote kampioenen.
Zoals alle menselijke activiteiten heeft ook de sport haar eigen jargon. Daartoe behoren ongetwijfeld de woorden top en flop. Slechts één flop doet er toe en dat is die van Dick Fosbury, die deze week op 76-jarige leeftijd overleed. Roem komt in vele maten en soorten, maar de ultieme vorm van onsterfelijkheid ligt toch in het voor altijd geven van zijn naam aan een fenomeen, in de eeuwige vereenzelviging van de persoon met de intellectuele of sportieve prestatie. De stelling van Pythagoras. Het theorema van Fermat. De schaal van Richter. De Panenka. En zeker dus ook de Fosbury-flop. Het waren de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. Mijn generatie keek met open mond naar het toen nog kleine scherm, waar een onbekende Amerikaanse slungel op de meest onorthodoxe wijze over de lat scheerde. Die lag 2,24 m hoog, hij sprong achterwaarts en met zijn rug eerst. Zoiets was nog nooit vertoond. In het begin werd er over de nieuwe techniek nog wat lacherig gedaan, maar een halve eeuw later bestaat er in het hoogspringen geen andere meer. Fosbury was een sportief genie. Hij was natuurlijk wel een witte man, maar in 1968 struikelde daar niemand over.