Marc Gomez poseert anno 2023 met zijn trofee, verkregen na zijn overwinning in Milaan-Sanremo in 1982.

Hoe een onbekende computernerd 41 jaar geleden de verrassendste winnaar ooit werd in Milaan-Sanremo

Hij was een computernerd en zo zag hij er ook uit. Die bril, die breed uitstaande oren, dat te lange haar. Een renner die pas prof geworden was op zijn 27ste omdat hij in de crisisjaren 80 geen ander werk vond. Maar bij zijn eerste klassieker was het wel meteen raak. Nooit baarde Milaan-Sanremo een verrassendere winnaar dan Marc Gomez in 1982. Vandaag is dat brilletje er nog steeds. “In de kranten spraken ze over de gekste wedstrijd aller tijden. Ze hadden gelijk.”

Wim Vos

Het is zaterdag 20 maart 1982 laat in de middag, een barkoude dag in Italië, en al van in de vroege ochtend is het peloton onderweg van Milaan naar Sanremo. In de achtergrond hebben de kille temperaturen voor flink wat slachtoffers gezorgd. Nog uren na de aankomst zullen ploegen naar vermiste renners op zoek zijn – daarover later meer. Want voorlopig is het de wedstrijdontwikkeling vooraan die iedereen bezighoudt. De ultieme finale nadert en tot ieders verrassing rijden er twee Franse renners vooraan. Alain Bondue, vier decennia later ploegleider bij Cofidis, doet hier en daar nog net een bel rinkelen – hij is tenminste wereldkampioen achtervolging op de piste. Maar kent iemand die andere renner in de spits van de koers? Op 25 kilometer van de finish is zelfs voor de Italiaanse wielerpaus Vincenzo Torriani de maat vol. De legendarische organisator van elke koers met naam in Italië laat zich tot de oranje-bruine volgauto van het kleine Wolber-ploegje afzakken en vraagt geërgerd wie die volslagen onbekende renner met dat brilletje wel mag zijn. Marc Gomez? Een neoprof van 27? Nooit van gehoord. Torriani schudt er het hoofd bij. Straks wint dat schriel geval Milaan-Sanremo nog.

Een bril en de beker heeft hij nog steeds: Marc Gomez glimt ook vandaag van trots met zijn zege in La Primavera.© Photo by Charles Villon/ABACAPRESS.COM

Aan de telefoon in het Bretoense Rennes schuddebuikt een grijs geworden man van het lachen. Hij heeft zonet bovenstaande scène in geuren en kleuren beschreven en voegt er nodeloos aan toe: “Dat mannetje met die bril was ik dus.” Achtenzestig is Marc Gomez vandaag en op onze vraag of de meest merkwaardige winnaar uit de geschiedenis van Milaan-Sanremo zijn relaas van die bizarre dag wil doen, had het meteen geklonken: “Hoeveel tijd heeft u nodig? Een uurtje of drie?” Marc Gomez weet dat zijn verhaal uniek is. En dat verhaal, grijnst hij, begint niet zoals velen denken op de ochtend van 20 maart in Milaan. Maar wel eerder, in het achterland van Bretagne waar zo’n 45 jaar geleden een computernerd van midden in de twintig werkloos door zijn woonkamer ijsbeert.

De intellectueel van het peloton

“Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat ik nog profwielrenner kon worden”, steekt hij van wal. “Als amateur deed ik het best aardig, maar ik was de 25 al voorbij. Het was zelfs nooit mijn ambitie om prof te worden. Ik had informatica gestudeerd. Iets volslagen nieuws toen. Computers waren nog zo groot als hele appartementen en om een simpel programmaatje te installeren, had je duizenden ouderwetse ponskaarten nodig. Ik had mijn studies altijd voorrang gegeven op mijn carrière. Alleen: het waren de vroege jaren 80. Volop crisis. Ook ik vond geen job. Meer dan kranten bezorgen zat er niet in. Elke dag stond ik om 2 uur ’s nachts op. Tot 7 uur was ik op de baan, om nadien weer mijn bed in te kruipen. Een apart ritme, maar met één voordeel: ’s middags had ik tijd om te trainen.”

“Het klopt misschien dat ik er wat apart uitzag. Maar Laurent Fignon droeg ook een bril. Ik werd echt niet bekeken als een buitenaards wezen”

Marc Gomez

Het regime legt de midtwintiger die Marc Gomez al is geen windeieren. Met zijn aparte diploma en vreemde looks – te lange haren, zwart brilmontuur – baart hij opzien. “Ze noemden mij de intellectueel van het peloton”, knikt hij. Maar hij presteert steeds beter. Hij grijpt al eens een ereplaats in een amateurklassieker, mag met de Franse amateurselectie naar het buitenland en neemt tot tweemaal toe deel aan de 100 kilometer ploegentijdrit op het WK voor amateurs – Laurent Fignon is zijn ploegmaat. Dat zien ook enkele profploegen. Voorzichtig steken ze hun licht op. “Maar zodra ze mijn leeftijd hoorden, haakten ze meteen weer af.” Tot het Franse Wolber bij hem aanklopt. Niet de grootste ploeg, met truitjes in een spuuglelijke oranje tint. Daar willen ze wel hun kans wagen met die vreemde Gomez. En ook die laatste zegt ditmaal geen neen. “Het is niet dat ik veel te verliezen had”, zegt hij er vandaag over. “Kranten rondbrengen was niet bepaald mijn droomjob. Op de dag van mijn 27ste verjaardag kreeg ik een voorstel. Voortaan was ik prof.”

We zijn dan luttele maanden voor Milaan-Sanremo en de neoprof van 27 stoomt zich klaar voor zijn eerste voorjaar. Met zijn nieuwe ploeg gaat hij op stage in de buurt van Nice. “Ik kon volgen. Dat was al een meevaller.” Tussendoor rijdt hij het Frans kampioenschap veldrijden. “Een miskleun. Maar ik wilde bezig blijven.” Maar zijn grote debuut wordt Parijs-Nice. En weer gaat het best goed, merkt hij. “In de eerste etappe zat ik in een waaier met alle grote namen: Sean Kelly, Roger De Vlaeminck… Ik was zo trots als een aap. Ik wist dat ik mijn plek had in dit peloton.” Dat ziet ook zijn ploeg: hun neoprof met die komieke bril zit in de selectie voor Milaan-Sanremo.

Marc Gomez met zijn medevluchters op weg naar Sanremo.© Presse Sport

Aan de telefoon horen we hoe Marc Gomez de keel schraapt. Hij heeft dit verhaal al vaker verteld – “Maar nog nooit tegen een Belg” – en weet dat hij stilaan naar de ultieme pointe mag toewerken. Even is het in zijn hoofd weer helemaal de ochtend van Milaan-Sanremo. “Was ik nerveus? Het zal wel. Ik had nog nooit een klassieker bij de profs gereden. Nu stond ik meteen voor de langste van allemaal. Driehonderd kilometer. De avond voordien was ik op Maurice Le Guilloux gestoten. Ook renner en Bretoen, net als ik, maar van een andere ploeg. Wat moet ik doen om morgen op zijn minst in beeld te komen, vroeg ik hem. Zorg dat je mee bent in de eerste vlucht van de dag, was zijn antwoord. Die gaat meestal ver in Milaan-Sanremo. En zo zal je naam toch genoemd worden. Precies wat ik voor ogen had: de mensen zouden weten dat er een renner met de naam Gomez bestond.”

“De hele dag was het amper twee graden, het regende ijswater. Ik kon goed tegen de koude. En omdat we in de kopgroep de volgwagens dicht bij ons hadden, kon ik regelmatig van trui wisselen. in het peloton raakten steeds meer renners verkleumd”

Marc Gomez

Een probleem: die ochtend in Milaan staan er liefst 263 renners aan de start. Een gigantische meute, en de aanvalslustige Gomez raakt bij de start niet op de eerste rijen. “Toen bij het startschot de eerste renners ontsnapten, was ik er dan ook niet bij”, herinnert hij zich. “Vloeken. Gelukkig kwam er snel een tegenaanval. Daar kon ik wel bij aanhaken. En jawel, de koers was nog geen vijf kilometer ver of de vroege vlucht was gevormd. Dertien renners: negen Italianen, de Belg Werner Devos en drie Fransen. Ik was mee. J’étais content. Al had ik geen idee waaraan ik begonnen was.”

Gekste wedstrijd aller tijden

In de Belgische pers zal de volgende dagen van “de gekste wedstrijd aller tijden” worden gesproken. “En ze hadden gelijk”, lacht Gomez. “Dat was het ook voor mij.” Wat niemand in het peloton die ochtend in Milaan kan bevroeden, is dat ze twee van die dertien vluchters pas voorbij de streep in Sanremo weer zullen terugzien. Beetje bij beetje dunt de kopgroep uit. Boven op de Turchino zijn ze nog met twaalf. Na de Capo Berta nog met vier. Maar ze alle dertien terugpakken lukt niet. Nog weken later zullen ze zich in en om het peloton afvragen hoe dat kon gebeuren.

    Eddy Merckx, recordwinnaar en dan pas vier jaar gestopt, houdt het in de Vlaamse pers op luiheid van de kopmannen. Die heten Saronni, Argentin, Moser en Raas. “Worden ze tegenwoordig zo vertroeteld dat ze niet meer kunnen afzien?”, foetert de allergrootste in hun richting. Gomez houdt er 41 jaar na datum een andere mening op na. “Boven op de Turchino hadden we elf minuten voorsprong”, zegt hij. “Nog altijd doenbaar. Maar ze vergisten zich in het weer. De hele dag was het amper twee graden, het regende ijswater. Ik kon goed tegen de koude. En omdat we in de kopgroep de volgwagens dicht bij ons hadden, kon ik regelmatig van trui wisselen. Zo hield ik mij warm. Maar in het peloton raakten steeds meer renners verkleumd. Veel helpers gaven op. Dat was het probleem. Toen ze echt achter ons begonnen te rijden, moesten de kopmannen het zelf doen.”

    “De speaker noemde mij de eerste Spaanse winnaar ooit, terwijl ik in Rennes woonde en een Frans paspoort had. Ook hij kende mij duidelijk niet”

    Marc Gomez

    Dat ziet ook wedstrijdbaas Torriani. Hij begrijpt er niets van. Jaar na jaar heeft hij de grootste namen op het palmares van Milaan-Sanremo mogen bijschrijven. Zeven keer Merckx, drie keer De Vlaeminck, Gimondi, Raas… Nu stevent een bende nitwits op de zege af. Net in die editie waarin hij, om de koers zwaarder te maken, voor de eerste keer de Cipressa in het parcours had gelegd. Gomez, hoorbaar geamuseerd: “Ook dat staat op mijn palmares. Ik ben de allereerste renner ooit die in Milaan-Sanremo boven op de Cipressa is gepasseerd. Er was een mooie premie te verdienen. Zo hield ik toch iets aan mijn vlucht over.”

    Marc Gomez met zijn metgezel Alain Bondue. In de afdaling van de Poggio schuift die laatste onderuit, de weg naar eeuwige roem ligt open voor die eerste.© Presse Sport

    Maar ‘iets’ wordt onwaarschijnlijk veel meer. Boven op de Poggio zijn ze nog met twee. Bondue en hij. Marc Gomez. “Een renner”, zegt hij, “van wie geen buitenlander ooit al gehoord had.” Maar nog altijd denkt hij daar niet aan de zege. Bondue is de grotere naam, een kampioen op de piste. Tot ook Gomez’ laatste tegenstander in de afdaling van de Poggio in de fout gaat. “In de eerste bocht gleed hij op de natte weg onderuit”, zegt Gomez. “Ik kon hem net ontwijken en had meteen enkele tientallen meters voorsprong. Al was ik zelfs dan verre van gerust. Alain was wereldkampioen achtervolging. Die zou mij nog wel terugpakken.”

      Eerbetoon aan Merckx

      Maar dat gebeurt niet. Gomez stuift de Via Roma op alsof de duvel hem op de hielen zit, en na een ontsnapping van 295 kilometer juicht de meest onbekende winnaar ooit op de Via Roma door één vinger in de lucht te steken. “Een klein eerbetoon aan Merckx”, lacht hij vandaag. “Die had vijf vingers getoond bij zijn vijfde zege. Ik zat nu aan eentje.” De speaker noemt hem aan de aankomst de eerste Spaanse winnaar ooit van Milaan-Sanremo. “Terwijl ik dus gewoon in Rennes woonde en een Frans paspoort had. Ook hij kende mij duidelijk niet.”

      Een wat onwennig vierende Gomez na de aankomst.© Presse Sport

      41 jaar later neemt Marc Gomez aan de telefoon even diep adem. De pointe van zijn verhaal, weet hij, is meteen ook het hoogtepunt van zijn hele wielerleven. De neoprof van 27 met dat vreemde voorkomen die vanuit het niets de grootste Italiaanse wielerwedstrijd won. Zijn verhaal wordt in een mum van tijd een klassieker. En ja, geeft hij toe, de zege heeft zijn leven veranderd. Dat merkt hij al diezelfde avond als hij op vraag van zijn sportdirecteur op zoek moet naar enkele vermiste ploegmaats. “Ze hadden onderweg, bevroren door de koude, opgegeven en niemand wist waar ze waren”, vertelt Gomez. “Ik ben zelf aan Torriani gaan vragen waar we ze misschien konden vinden. Echt vriendelijk was hij niet tegen mij. Hij had duidelijk liever een andere winnaar gezien. Uiteindelijk bleken ze in een politiekantoor in Ovada te zitten. Twee en half uur rijden met de auto. Maar toen ik er aankwam en de burgemeester hoorde dat de winnaar van Milaan-Sanremo in zijn dorp was, organiseerde hij meteen een grote receptie. Diezelfde avond nog ben ik er tot ereburger uitgeroepen.”

      Nog vier keer zou Gomez na 1982 deelnemen aan Milaan-Sanremo. “Maar toen kenden ze mij wel. Ze hebben mij nooit meer laten rijden.”© Photo by Charles Villon/ABACAPRESS.COM

      Het is maar een van de vele anekdotes die er door de jaren heen over hem zijn verteld. Met dit verschil: deze is wel waar. Tal van andere wilde verhalen wil hij “voor de vele Belgische lezers” toch even nuanceren. Zoals over dat uiterlijk. “Het klopt misschien dat ik er wat apart uitzag”, zegt hij. “En ja, ik heb ook wel eens met ongeschoren benen gekoerst. Gewoon omdat ik geen zin had om ze te scheren. Zoals ik later ook mijn baard liet staan. Uit protest toen een van mijn latere ploegen die haar beloftes niet nakwam. Dat heeft me nog een selectie voor de Tour gekost. Maar voorts? Laurent Fignon droeg ook een bril. Het is echt niet zo dat ik als een buitenaards wezen werd bekeken.”

        Maar vooral wil Gomez het beeld van de eendagsvlieg bijstellen. Want dat, beklemtoont hij, dát was hij echt wel niet. “Een paar dagen na Milaan-Sanremo won ik al een ritje in de Tour Armor”, is hij stellig. “En een dikke maand later won ik de proloog in de Vuelta. Nog een jaar later was ik zelfs Frans kampioen.” Gomez heeft gelijk. De meest bizarre winnaar van Milaan-Sanremo zal tot 1989 zijn plaats in het profpeloton hebben, met later opnieuw nog twee ritzeges in de Vuelta. Maar zo mooi als die ijzige zaterdag in maart 1982, bekent hij, zou het nooit meer worden. Nog vier keer zal hij deelnemen aan Milaan-Sanremo. “Maar toen kenden ze mij wel”, besluit hij zacht. “Ze hebben mij nooit meer laten rijden.”

        (Bekijk hieronder de video van Marco Gomez’ triomftocht, met de val van Alain Bondue rond 1:20)

        Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

        Aangeboden door onze partners

        Hoofdpunten

        Aangeboden door onze partners

        Keuze van de Redactie

        MEER OVER