Tip 1: Zo houd je je dekbed zelf proper

Je zou denken dat een dekbed niet vies wordt omdat er een overtrek overheen gaat, maar niets is minder waar. Na verloop van tijd dringt in je dekbed toch transpiratievocht door en groeit het aantal huismijten. Hang het dekbed daarom dagelijks een uurtje uit het raam of zet het raam van de slaapkamer open.

Je kunt het dekbed ook wassen om het op te frissen. Volg bij het wassen van een dekbed altijd de aanwijzingen op het waslabel en kies een extra spoelgang om al het wasmiddel eruit te wassen. Stop een donzen dekbed iedere drie tot vijf jaar in de wasmachine met een speciaal donswasmiddel. Gebruik geen gewoon wasmiddel en ook geen wasverzachter, dan kunnen de donsveren niet goed drogen. Wasparfum mag wel. Synthetische en katoenen dekbedden kun je vaker wassen, met een gewoon wasmiddel op veertig of zestig graden. Een katoenen dekbed wordt heel zwaar, een extra rondje centrifugeren kan helpen om het overtollig vocht eruit te halen. Wollen en zijden dekbedden hoeven niet gewassen te worden, ze zijn van nature antiallergisch.

LEES OOK. “Eén keer per maand is het maximum”: waarom jeans niet in de wasmachine hoort en hoe je ze dan wél proper krijgt

Tip 2: Dit mag je allemaal in je wasmachine steken

Je staat er niet bij stil, maar veel spullen kunnen gewoon in de wasmachine gewassen worden. Zo kun je bijvoorbeeld stinkende (niet leren) hondenriemen prima wassen. Stop ze in een waszakje en was ze, samen met wat (honden)handdoeken, in de wasmachine. Laat ze drogen aan de waslijn. Ook prima te wassen zijn het douchegordijn en smoezelige Lego en Duplo. Alles op lage temperatuur in een waszakje en met een paar handdoeken erbij, voor goede wrijving en minder lawaai. Ook hoofdkussens mag je doorgaans gewoon in de wasmachine wassen, mits ze niet uit traagschuim bestaan. Was een hoofdkussen op dertig graden en droog het in de wasdroger of liggend op een wasrekje.

LEES OOK. Vieze geur in wasmachine? Dan gebruik je misschien te veel wasmiddel

Tip 3: Een broek strijken zonder geklungel?

1. Schuif de bovenkant van de broek over de strijkplank. Maak een theedoek zonder motief nat en wring hem uit zodat hij nog net vochtig is. Leg de theedoek over de broek en pers de broekband, zakken aan de voorzijde en de plooien.

2. Draai de broek rond zodat de achterkant boven komt en leg de doek er weer op. Maak de zakken plat. Til een voor een broekspijpen op en strijk het kruis.

3. Haal de broek van de strijkplank en til hem op bij de omslagen. Laat de broek recht naar beneden hangen zodat de oorspronkelijk vouw te zien is. Is die er niet, vouw dan het eerste lusje van de broekriem links op het eerste lusje van de broekband rechts en de vouw valt bijna altijd goed.

4. Leg de broekspijp plat in de lengte over de strijkplank. Gebruik weer de theedoek. Strijk met lange halen vanaf het kruis naar de omslagen. Pers de vouw aan beide zijden.

5. Keer de broek om en strijk de binnenkant van de broekspijp op dezelfde wijze. Trek het kruis recht. Herhaal met de andere broekspijp.