Toen Jonas Geens door aanhoudend blessureleed de atletieksport vaarwel zegde en een nieuwe uitdaging vond in het wielrennen zal hij nooit gedacht hebben dat hij anderhalf jaar later al deel zou uitmaken van het profpeloton. Een eerste overwinning in augustus vorig jaar als renner van het Van Mossel Heist Cycling Team en de uitstekende waarden die hij als ex-atleet kon voorleggen, leverden hem al in zijn tweede volwaardig wielerseizoen een plaats op bij de Belgische Continentale ploeg Tarteletto-Isorex. “Neen, ik heb geen echt arbeidscontract en ook geen volwaardig loon. Noem mij daarom gerust een semiprof, temeer omdat ik nog twee dagen per week werk op een Antwerps octrooibureau”, schets Geens zijn situatie.

De 24-jarige Nijlenaar moet het dus met ongelijke wapens opnemen tegen de concurrentie. “Wedijveren met voltijdse profrenners die op dit moment al een dozijn eendagskoersen of één of meerdere kleinere rittenwedstrijd in de benen hebben, dat is uiteraard bijzonder lastig, maar vormt voor mij een geweldige uitdaging”, aldus Geens. “Wat een verschil met de elite zonder contract. Dit niveau is logischerwijs veel hoger en de afstanden zijn langer. De conditie is dankzij een Zuiderse ploegstage wel goed, maar dat zijn zaken waar ik natuurlijk nog aan moet wennen.”

Ook de positionering in het peloton vergt van Geens een grote aanpassing. “Daar ben ik vooral op mijzelf voor aangewezen”, beseft de nog onervaren Geens. “Ik zoek daarom in het peloton veelal het gezelschap op van mijn teamgenoten, die daar al langer mee vertrouwd zijn. Al is dat leren met vallen en opstaan. Zoals onlangs in mijn eerste profkoers, de Grote Prijs Criquielion, waar ik zwaar onderuitging. Gelukkig bleef het fysiek leed beperkt tot alleen schaafwonden.

Gisteren in Rucphen stapte Geens na een hectisch verlopen koers al met een beter gevoel van de fiets. “Ik reed er, opgehouden door valpartijen voor mijn neus, wel veelal achter de feiten aan, maar ik haalde met een tweede peloton toch heelhuids de finish. Ik kijk dan ook met veel meer vertrouwen uit naar Nokere koerse van woensdag. Dat zal best pittig worden. De kasseien en de hellingen, die we aandoen spelen daarbij wel in mijn kaart. Ik hoop er beter te doen dan mijn 55ste vandaag in Nederland.” (lce)