Instructeur en wattvrouw Gerda achter het bedieningspaneel van een PCC-tram op lijn 11. Vanaf maandag 13 maart verdwijnt deze tram uit het Antwerpse straatbeeld. — © Jan Van der Perre
Iconische trams verdwijnen uit Antwerpse stadsbeeld: “Mijn hart bloedt als ik bedenk dat dit een van mijn laatste ritten met de platkoppen is”
Na meer dan zestig jaar trouwe dienst verdwijnen de nog overgebleven oudste Antwerpse PCC-trams, de zogeheten platkoppen, zondagavond 12 maart uit het stadsbeeld. Samen met lijn 11. Terwijl de platkoppen niet meer terugkeren, zullen Zurenborg en de buurt rond de Provinciestraat weer met ‘den elf’ naar de Melkmarkt kunnen trammen. Wél pas in 2025…. Citta stapte in de 7002, een bijna 63 jaar oude tram, en sprak met trambestuurders en reizigers.
“Mijn hart bloedt”, zegt trambestuurder en instructeur Gerda Hutsebaut. “Al acht jaar rijd ik met plezier met de ‘platkop’ op lijn 11. Ik ben zeer gehecht aan deze iconische tram. Dankzij de draaistellen is het rijcomfort prima, zeker in de bogen. Deze trams zouden nog jaren meekunnen, maar onderdelen worden schaars of zijn er niet meer. Alles is eindig. Ik snap uiteraard dat veel reizigers snakken naar een tram waar je vlot kunt in- en uitstappen.”
Gerda stapt tijdelijk over van ‘haar’ lijn 11 op lijn 12 die tussen het Centraal Station en Schijnpoort rijdt. “Lijn 12 is ook een korte lijn. Daar houd ik van. Terwijl ik op lijn 11 een deeltje van de wereld zag, zal ik op ‘den twaalf’ de hele wereld zien. Het wordt even aanpassen. Voordeel is dat ik na een soms hectische werkdag in ’t Stad weer naar het rustige Laakdal kan.” Opgegroeid in Merksem kwam Gerda door de liefde in de Kempen terecht.
© Jan Van der Perre
“Beste tram”
Sinds vorig jaar is Gerda naast wattvrouw ook instructeur. Ze leidt trambestuurders op en kan dus overweg met alle zes tramtypes in Antwerpen. Zoals we konden ervaren doet ze dat als gedreven vakbondsafgevaardigde voor het ACV met hart en ziel.
Collega Bart rijdt al elf jaar op ‘den elf’. Ook met veel plezier. “De platkop is met vlag en wimpel de beste tram om mee te rijden. Ik hou van deze trams, ze zijn onverslijtbaar. Welke lijn ik toegewezen krijg, weet ik nog niet. Liefst op een lijn waarop Siemens-trams (Hermelijnen, red.) worden ingezet. Dat tramtype geniet na de platkop mijn voorkeur. De wielen van deze trams zijn geveerd en dat merk je bij het rijden, vooral over wissels en kruisingen.”
“De platkop is met vlag en wimpel de beste tram om mee te rijden. Ik hou van deze trams, ze zijn onverslijtbaar”
Wattman Bart
Knus interieur
Veel reizigers die we in de tram én op de haltes spraken, waren niet op de hoogte dat lijn 11 vanaf maandag 13 maart niet meer rijdt. Een leuk foldertje zou nuttig zijn geweest. “Als je geen slimme telefoon of internet hebt, word je door De Lijn aan je lot overgelaten. Je telt als klant niet mee”, was een van de reacties.
Didem uit Wommelgem neemt dagelijks de 11 om naar het werk te gaan. Ze houdt wel van deze retrotram: “Het interieur is knus, net een grote, gezellige woonkamer.” — © Jan Van der Perre
Didem Cayci (26) uit Wommelgem heeft wél een slimme telefoon, maar kwam ook uit de lucht gevallen. “Oei, dat wordt lastig. Ik neem de 11 om dagelijks naar het werk te gaan. En je vertelt me dat er geen alternatief is.”
Dat de nostalgische trams verdwijnen vindt Didem jammer. “Het interieur is knus, net een grote, gezellige woonkamer. Alles wordt in deze wereld gemoderniseerd, maar ik begrijp dat deze oude trams voor oudere mensen niet praktisch zijn.”
Adi uit Borgerhout begrijpt niet dat ‘den elf’ pas in 2025 weer gaat rijden. Met het in - en uitstappen uit de platkoppen, heeft ze geen moeite. — © Jan Van der Perre
Adi Croonenborghs (76) uit Borgerhout begrijpt niet dat ‘den elf’ pas in 2025 weer gaat rijden. “In België duurt het vernieuwen van straten en wegen een eeuwigheid. Met alle ongemak voor de betrokkenen.” Over de oude trams heeft ze geen klachten. Het rij- en zitcomfort vindt ze prima en met het in- en uitstappen heeft ze geen moeite. Adi oogt dan ook nog jong en monter voor haar leeftijd.
Michaël woont op Zurenborg en neemt geregeld tram 11 naar het centrum. Hij verlangt wel naar moderne treinstellen, maar begrijpt evenmin dat hij ’den elf’ lang zal moeten missen. — © Jan Van der Perre
Michaël De Landtsheer (84) woont in de Tweelingenstraat in Zurenborg, fietst nog geregeld maar neemt meestal de tram naar hartje stad. Ook hij heeft geen goed woord over voor de lange duur van de werkzaamheden. Michaël hoopt dat er op lijn 11 eindelijk moderne trams worden ingezet. “Soms heb ik wel eens een nieuwere tram gezien, maar wellicht was die verdwaald…”
“Kapot bespaard”
Tram- en bushaltes zijn een ideale plek om te horen wat bij de reizigers leeft. Je hoeft geen vragen te stellen. Op de halte ‘Ploeg’ – achter de dierentuin – staan zes reizigers te ijsberen. Een rit blijkt geschrapt. “Het gaat van kwaad naar erger”, merkt een man gelaten op. “De Lijn is kapot bespaard, wat wil je. Antwerpen tramstad? Vooral een autostad en antitramstad.”
Als de ‘platkop’ stopt, moeten de reizigers zich vanaf straatniveau door de smalle deuren in de tram hijsen. We helpen een vrouw met een boodschappenwagentje. “Dankuwel meneer. Deze tram hoort in een museum!”
Bij de halte ‘Dageraadplaats’ wordt vooral geklaagd over het ontbreken van een alternatief voor het wegvallen van lijn 11. “Trek uw plan is het devies van De Lijn. De communicatie is ondermaats.” Een vrouw verdedigt De Lijn en wijst ook op de jarenlange ingrijpende besparingen. “Het openbaar vervoer wordt verwaarloosd.”
© Jan Van der Perre
Amerikaans ontwerp
PCC-tram, waar staat die afkorting voor? Tramkenner Alain Janmart: “Het is de afkorting van Presidents’ Conference Committtee-Car. In 1926 organiseerden de directeuren van de trambedrijven in de States een conferentie over de toekomst van de tram. Dat resulteerde in de ontwikkeling van een succesrijke standaardtram, de PCC. Kenmerkend is dat optrekken en afremmen soepel en schokvrij verlopen.”
De productie van PCC-trams startte in 1935. Er werden indrukwekkende aantallen gebouwd, niet alleen in de Verenigde Staten maar ook elders in wereld. In Brugge werden in licentie PCC’s gebouwd voor de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (nu De Lijn), en voor de vervoerbedrijven van Brussel, Antwerpen, Gent, Den Haag, Saint-Etienne en Marseille.
© Jan Van der Perre
Eerste rit met de PCC in Antwerpen, op 18 oktober 1960, hier ter hoogte van de Draakplaats. — © Archief Alain Janmart
In Gent rijden geen PCC’s meer in de dagelijkse dienst. Een aantal grondig gerenoveerde trams uit Gent rijdt nu op lijn 12 in Antwerpen. “Het Sportpaleis is door de Oosterweelwerkzaamheden niet bereikbaar. Schijnpoort is het voorlopige eindpunt. Omdat daar geen keerlus is, worden Gentse PCC’s ingezet. Die hebben aan beide zijden een stuurcabine”, legt Alain Janmart uit.
Niet elke PCC is een platkop
Een PCC-tram op de Suikerrui in 1962. — © Robert Temmerman/Archief Alain Janmart
“De bijnaam platkop werd destijds door het personeel bedacht om een onderscheid te maken tussen de PCC-trams mét en zonder koppelingen. De platkoppen zijn de oudste PCC’s en die rijden nooit gekoppeld. Het is dit type dat uit dienst wordt genomen”, weet Alain Janmart.
“De acht overgebleven platkoppen behoren tot een reeks van 61 trams die in de periode 1960-1962 in het stadsbeeld verschenen. Na meer dan zestig jaar dienst gaan ze naar de sloper. In Milaan rijden nog steeds meer dan honderd jaar oude trams rond, gebouwd in de periode 1927-1930.”
De eerste geleverde Antwerpse PCC pronkt in een rode jas in het Vlaams Tram- en Autobusmuseum in Berchem. Deze tram is nog rijvaardig en kan worden gehuurd. Het is niet uitgesloten dat nog een tweede platkop voor het nageslacht wordt bewaard.