© Joris Herregods

Dieren van A: zo snel als een … pannenkoekschildpad

Het is druk in de nursery van het Reptielengebouw. Er zijn ieniemienie hagedissen gespot, maar er is ook jong geweld bij de wateragamen en bij enkele schildpaddensoorten. Een van hen: een pannenkoekschildpad.

Bieke Lathouwers

Waar dit dier zijn naam vandaan heeft? “Bij het jong zie je dat nog niet, maar pannenkoekschildpadden hebben een afgeplat, flexibel schild”, vertelt verzorger Sam. “In tegenstelling tot bij de meeste schildpadden is de bovenliggende keratinelaag erg dun en het schild maar weinig verbeend. Daardoor kunnen ze hun schild in smalle rotsspleten wringen zodat predatoren hen niet meer kunnen bereiken. Ze kunnen zelfs klimmen om tussen de rotsen te geraken.”

Bij de jongen van de pannenkoekschildpad is het schild nog niet zo afgeplat als bij de volwassenen.© Joris Herregods

De dieren leven op heel specifieke plaatsen in Oost-Afrika, in Tanzania en Kenia. Ze wonen vooral in heuvelachtige, droge savannes en gebieden met struikgewas. Daar waar rotspartijen met spleten van de geschikte afmetingen zijn om zich te kunnen verschuilen. Ze leven geïsoleerd en blijven altijd in de buurt van ‘hun’ rots. De dieren lijken wat schrik te hebben van open ruimte en steken niet snel over naar andere plekken om te leven. Die rots is een beetje ‘hun eilandje in een grote zee van gras’, waar ze niet door durven te gaan. “Daardoor is de soort bedreigd”, zegt Sam. “Hun populatie verdwijnt, omdat de dieren hun leefgebied verliezen en niet in staat zijn om te verhuizen.”

“De soort is bedreigd omdat de dieren hun leefgebied verliezen en niet in staat zijn om te verhuizen. Ze blijven bij ‘hun’ rots.”

Verzorger Sam

Na het babybezoek toont de verzorger ons de vader van het jong. Nu ja, toont. De volwassen pannenkoekschildpad zit zo goed verstopt, dat het voor ons een onmogelijke zoekplaat lijkt. “Hij zit daar, onder zijn favoriete rots”, lacht Sam. “Het is ook nog vroeg hè. Pannenkoekschildpadden zijn dagactieve dieren, ze slapen ’s nachts. Ze zijn wel licht- en temperatuurgevoelig, maar eens opgewarmd, kan je hen geregeld spotten in hun perk.”

Oppassen voor overgewicht

Om hem vanonder zijn rots te lokken, bieden de verzorgers een bordje groenvoer aan. Als herbivoren krijgen de pannenkoekschildpadden veelal andijvie, witloof, bonen en wilde kruiden voor wat extra mineralen. “We letten er wel op wat ze eten”, weet de verzorger. “Reptielen en amfibieën in dierentuinen hebben geregeld last van obesitas omdat ze geen warmte moeten produceren. Daardoor verbruiken ze weinig energie. We moeten dus opletten dat ze niet te zwaar worden. Een flexibel schild gaat bol staan bij overgewicht van de schildpad. Daar moeten we echt mee oppassen, want dan geraken ze niet meer tussen de rotsen.”

De schildpad keert in sneltempo terug naar zijn favoriete rots.© Joris Herregods

Maar veel honger schijnt de schildpad niet te hebben. Sam kan hem wel vanonder zijn rots halen en dan zien we duidelijk hoe mooi plat zijn schild is. Lang laat hij zich dit keer niet bewonderen, hij keert razendsnel weer terug naar zijn rots. “Je zou het een schildpad niet aangeven, maar dit zijn erg snelle lopers. Dat hebben ze nodig, omdat ze bij gevaar terugkeren naar hun rots. Het is hun schuilplaats, veel meer dan voor andere schildpaddensoorten die zich terugtrekken onder hun eigen – veel sterker – schild.” Pannenkoekschildpadden kunnen dus rennen voor hun leven.

PANNENKOEKSCHILDPAD-ID

  • Leefgebied: rotsige hellingen en steppen in Oost-Afrika
  • Voedsel: grassen, bladeren en bloemen
  • Grootte: max. 18 centimeter
  • Gewicht: max. 500 gram
  • Ouderdom: 25 jaar
  • Status: ernstig bedreigd
  • Opvallend: Na de paring legt het vrouwtje één groot ei in een kuiltje in de grond en dat maximaal vier keer per jaar. Het jong komt uit na 4 tot 6 maanden en is bij geboorte 32-47 millimeter groot (schild) en weegt dan 10-23 gram. Vanaf de geboorte staat het er alleen voor.

Het jong van een pannenkoekschildpad is van bij de geboorte op zichzelf aangewezen.© Joris Herregods