© Joris Herregods
DE MARKTEN. Kioskplaats in Hoboken: “De gloriedagen van vroeger zijn voorgoed passé”
Op de Kioskplaats in Hoboken vindt op maandagvoormiddag een van de twee wekelijkse markten plaats. Waar op zaterdag alleen voedingskramen hun producten uitstallen, is het aanbod op de eerste dag van de nieuwe week heel wat uitgebreider. Maar een ruim assortiment is niet recht evenredig met succes, integendeel. Het gaat niet al te goed met de maandagmarkt op de Kioskplaats. “Steeds minder kramen, steeds minder klanten. Soms vraag ik me af waarom ik dit nog doe.”
Maandagochtend, bij het krieken van de dag. Na het zoveelste grauwe weekend kleurt de hemel eindelijk nog eens felblauw. Een lage winterzon zorgt voor warmte, al dan niet symbolisch. Er raast immers een gure westenwind over de Kioskplaats. Netjes uitgestalde kledingrekken blijven maar net aan de grond, terwijl ook de zijflappen van de groentekraam duchtig heen en waar fladderen.
Tientallen zestigplussers laten het niet aan hun hart komen. “Van wat wind ga je niet dood, hoor”, spelen twee dames elkaar lachend toe. Naar wekelijkse gewoonte luidt de monday stroll over de markt de start van hun nieuwe week in. Met een klassiek winkeltasje op wielen in de ene hand en een leiband in de andere, slenteren ze de Kioskplaats op.
Nog geen have minuut later blaft hun trouwe viervoeter de hele buurt wakker. De reden ligt voor de hand: een kruisbestuiving van de geur van hamburgers, vis en kip aan het spit prikkelen de neus van het beestje. Maar ook de baasjes halen er hun neus niet voor op: ze trekken naar de kippenkraam, waar de goedlachse verkoper zijn klanten als familie behandelt, en de kippen in hoge snelheid over de toonbank vliegen.
Een twintigtal kramen staat wekelijks op de Kioskplaats. — © Joris Herregods
Buurtbewoners doen hun boodschappen op de markt. — © Joris Herregods
“Als ik me down voel na een lang weekend zonder rust, slagen de Hobokenaren er meteen in om mij op te fleuren. Ze zijn vriendelijk, lief en volks. En bovendien gewoontedieren: ik weet perfect wat negentig procent van de mensen bij mij komt halen. Ribbetjes, een volledige kip of een loempia: ze hoeven het niet eens te zeggen.”
“Sinds 2004 sta ik hier wekelijks in de kippenkraam. Ik haal er ontzettend veel plezier uit, en ben gepassioneerd door mijn stiel. Maar voor de jeugd is het marktwezen niet meer zo aantrekkelijk. En dat is niet ongegrond: 72 uur per week werken is heus geen lachertje. Het zou natuurlijk fijn zijn mocht er een nieuwe generatie marktkramers opstaan zodat ook het overleven van de maandagmarkt gewaarborgd blijft.” De enthousiaste Antwerpenaar durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken. En hij is zeker niet de enige, zo blijkt.
Kip blijkt een populair product op de maandagmarkt. — © Joris Herregods
Panty’s
“De gloriedagen van de maandagmarkt zijn voorgoed passé. Toen ik hier in 1974 begon, floreerde de markthandel. Van Aldi, Lidl en Kruidvat was hier geen sprake. Dat ligt nu anders, mensen hoeven niet meer naar de markt te komen voor verse vis of, in mijn geval, panty’s. Tientallen jaren geleden was dat een topproduct, nu is het stervende. Soms vraag ik me af waarom ik dit nog doe”, treurt doorwinterd marktkramer Jan Orlent (74).
De Zwijndrechtenaar is scherp in zijn analyse over de maandagmarkt. “Dit is niet bepaald mijn favoriete spot. De zon schijnt, maar de ambiance is ver zoek en heel wat mensen lopen hier met een lang gezicht. En toch sta ik hier elke week. Je koopt je spullen immers aan om ze te verkopen, hé”, knipoogt Orlent.
Christa Biesemans komt wekelijks naar de markt. — © Joris Herregods
Kousen mogen dan niet het meest sexy marktproduct zijn, toch rekenen bezoekers nog elke week op Jans aanwezigheid. “Is het niet voor een nieuw paar sokken, dan passeren we wel even voor een babbeltje met onze goede vriend”, lacht Christa Biesemans. “Ik kom haast elke week sinds 1980. Op maandag ben ik vrij, waardoor ik tijd heb om over de markt te kuieren. Door de jaren heen is hij wel steeds kleiner geworden, en ik weet niet of het tij nog zal keren.”
“De toekomst ziet er niet bepaald rooskleurig uit. Het gebrek aan openbaar vervoer speelt ook mee. Sinds kort rijdt er nog maar één tram in de richting van de Kioskplaats. Voor mensen die in de buurt van pakweg de Zwaantjes wonen, is dat een problemen. Het marktpubliek geniet meestal al een zekere leeftijd, waardoor ze afhaken als ze er niet meer vlot geraken”, oordeelt Christa.
Vaste klant Denise met marktkramer Jan. — © Joris Herregods
Yvonne en Denise, beiden 86 lentes jong, hoeven zich gelukkig niets aan te trekken van het openbaar vervoer. Het vitale duo woont om de hoek en komt sinds 1958 wekelijks naar de maandagmarkt. Ook zij zien de toekomst maar somber tegemoet. “Een tijdje geleden stonden hier maar drie of vier kraampjes. Een schril contrast met hoe het ooit was. Als er week na week minder standhouders komen, zal dat er op termijn toe leiden dat bezoekers afhaken.”
“Op ons kunnen ze in ieder geval blijven rekenen”, gaat Denise voort. “Na de markt spreken we af met de vriendinnen in een cafeetje. Zolang we mobiel genoeg zijn, zien we daar niet van af.”
Snoepkraam
En terwijl Yvonne en Denise arm in arm koers zetten richting de volgende kraam, ratelt een luidruchtige zestiger een handgeschreven lijstje af aan de snoepkraam recht tegenover de stand van kousenverkoper Jan. “Poepkes, dolfijntjes en nog een paar colaflesjes. Niet voor mezelf, hé”, lijkt hij zichzelf te verdedigen. “De kleinkinderen worden nogal verwend”, repliceert de goedlachse verkoopster Neda. Zij baat samen met haar partner Sandra de snoepkraam uit.
Sandra en Neda in hun snoepkraam. — © Joris Herregods
“Sinds 1994 kopen mensen allerhande zoetigheden bij ons. Chocola, maar ook schepsnoep of neusjes. Dat trekt telkens volk, al is het op maandag in Hoboken wel een pak rustiger dan op andere dagen. Let wel, er zijn hier veel trouwe bezoekers. Als er zich voor het eerst een nieuw figuur op de markt begeeft, hebben we dat meteen in de mot.”
Sandra en Neda staan graag op de Kioskplaats, maar betwijfelen of de toekomst rooskleurig oogt voor de markt. “Wij zijn beiden in de vijftig, en behoren tot de jongere standhouders hier. Ik hoef er geen tekeningetje bij te maken, dat is vervelend. Ik hoop dat er ooit nog verandering in komt. En voorts is ook het publiek verouderd in Hoboken. Sinds het wegvallen van tram 2 blijven er nog meer mensen thuis. Dat moet veranderen, of het voortbestaan van de markt komt in gevaar.”
Morgen: dinsdagmarkt op De Bist in Wilrijk
DE MARKTEN
Gaat u nog geregeld naar de markt in uw buurt om inkopen te doen? En dan hebben we het niet over een middagje struinen op de exotische markt ’s zaterdags op het Theaterplein met een glaasje cava als verpozing. In heel wat Antwerpse wijken wordt er nog elke week een markt georganiseerd. Die echte buurtmarkten kennen vandaag een wisselend succes. In sommige wijken valt het aantal kramen op twee handen te tellen en is de opkomst navenant. Op andere plaatsen kunnen marktkramers steevast rekenen op een trouw publiek. Hoe komt dat? Met die vraag trokken onze reporters naar de verschillende uithoeken van de stad om er te spreken met marktkramers en bezoekers.
Hoofdpunten
Wilde feestjes bezorgen speciale eenheden stevige kater: onderzoek gestart na “ongepaste” vieringen in kazerne
Waarom BBB van Tine Hermans weinig kans maakt in parlement: “Nederlanders experimenteren meer met politieke vernieuwing”
Ongeloof na tragisch overlijden 3-jarig meisje bij ongeval aan opvang: “Dit is echt verschrikkelijk”
Geen onbesproken figuren: dit zijn de twee medewerkers die de Vlaamse overheid moet betalen voor Sihame El Kaouakibi
MEER OVER De markten
Schepen Peter Wouters over de Antwerpse markten: “Over 20 jaar hebben we ongetwijfeld nog méér markten”
De nieuwe alternatieve Duveltjesmarkt: waar marktkramers geen standgeld betalen
DE MARKTEN. Donderdagmarkt in Ten Eekhovelei valt niet meer te redden: “Verhuis was de grote boosdoener”
DE MARKTEN. Woensdagmarkt op Sint-Jansplein doet het goed: “Met een halve euro kan je hier al iets”