We schrijven 4 februari 1997 als landbouwer Eric Goossens de idee voor een landbouwraad voorlegt aan toenmalig burgemeester Jos Janssens en schepen van Landbouw Louis Van Rompaey. “De aanleiding was een nitraatprobleem in het Brechtse oppervlaktewater. We kregen van de Vlaamse Landmaatschappij (toen Mestbank, red.) opmerkingen hierover. Maar dat wilden we als boeren uit Brecht zelf onderzoeken”, schetst hij de start.

Hij vond zo’n veertien collega’s uit alle deelgemeenten en landbouwectoren zoals de Landelijke Gilden, Ferm, Agra, Groene Kring bereid om de landbouwraad te vormen. “We maakten een beurtrol om elke zondag het water te testen. We kwamen tot heel andere resultaten, ook de ijkpunten stonden niet allemaal correct. De Mestbank heeft toen wel het een en ander rechtgezet. We beslisten ook om verder van de waterlopen te bemesten.”

In de loop van de 25 jaar kwamen nog andere onderwerpen aan bod zoals de beheercommissie Brechtse Heide, Het Marum, De Merel, het onderhoud van beken en bermen en ze losten het plasticprobleem op. “Over geoogst hooi en maïs leggen we folie. Daar bleven we mee zitten nadat de oogst weggewerkt was. We vonden dan een Nederlands bedrijf die dit kwam ophalen en verwerken.”

Meer samenhorigheid

“Eigenlijk zouden er meer van dergelijke raden moeten bestaan”, meent medeoprichter en voormalig burgemeester Jos Janssens. “Dankzij de raad leerden de boeren elkaar en elkaars problemen en oplossingen kennen. Als gemeente kregen we zo ook een goed zicht op wat er zoal speelt in de sector. Kwamen de boeren voordien individueel tot bij ons, dan is er sindsdien meer samenhorigheid gekomen.”

“Eigenlijk zie je nu hetzelfde gebeuren met het stikstofprobleem als toen met het nitraatprobleem. Als landbouwgemeente legden we ons niet zomaar neer bij wat de overheid aangaf. Maar er was toen wel overleg mogelijk met de Mestbank, wat nu toch veel moeilijker blijkt. Het was natuurlijk een lokaal probleem waarbij geen andere organisaties zoals de Boerenbond betrokken waren.”

Kritisch, maar uitdagend

Jos Janssens is tot op vandaag nog steeds overtuigd dat de oprichting van een landbouwraad in Brecht een goede beslissing is geweest: “Dat is nu nog meer nodig, vooral met de problemen die vandaag op de land- en tuinbouwers afkomen. Bovendien zie je een goede doorstroming van jonge boeren in de raad. Die is dus verzekerd voor de toekomst.”

Als het van schepen van Landbouw Frans Van Looveren (CD&V) afhangt, is dat zeker het geval: “De landbouwraad is altijd een sterke partner van het gemeentebestuur geweest. Land- en tuinbouwers zijn dan wel kritische mensen, ze hebben het hart op de tong. Ze schuwen heftige discussies niet, maar komen wel snel tot een conscensus. Ik werk enorm graag met de raad samen. De uitdagingen in de sector zijn vandaag dan ook heel groot.”

 (Elke Lamens)