De tentoonstelling draait om het Dimpna-altaar dat Goossen Van der Weyden in 1504-1505 schilderde in opdracht van de toenmalige abt Antoon Tsgrooten van de abdij van Tongerlo (Westerlo). Het bestaat uit acht panelen die oorspronkelijk een drieluik vormden, maar in de loop der eeuwen uit elkaar werden gehaald. Het indrukwekkende kunstwerk heeft dan ook heel wat omzwervingen gekend voor het in de collectie van The Phoebus Foundation van ondernemer Fernand Huts terechtkwam. Phoebus liet het altaar restaureren en bouwde er een interactieve tentoonstelling omheen, waardoor je bij wijze van spreken achter de schermen in het atelier van de schilder kan kijken.

Nadat die expo in volle coronaperiode zowat 50.000 bezoekers had gelokt in de Estse hoofdstad Tallinn, viel ze vorig jaar in Geel in de smaak. Daar werd de termijn van vijf maanden vanwege het succes met nog eens een maand verlengd. “In Geel ontvingen we tussen vijftig en tweehonderd bezoekers per dag”, klinkt het bij The Phoebus Foundation.

Met de expo in Dublin keert de Ierse koningsdochter en patroonheilige van Geel terug naar waar het in de zevende eeuw allemaal begon. “Deze bijzondere gelegenheid geeft het Ierse publiek de kans om het tragische maar ook inspirerende levensverhaal van ‘hun’ prinses opnieuw te ontdekken”, luidt het. De expo loopt er drie maanden. (ho)