Stadsdichter Maarten Vanhoof (links) draagt na twee jaar de symbolische veer over aan zijn opvolger Jean-Paul Byloo.© Hans Otten

Componist wordt tweede stadsdichter van Geel: “Pas tijdens corona beginnen schrijven”

Geel -

De eerste Geelse stadsdichter Maarten Vanhoof draagt na twee jaar de symbolische veer over aan Jean-Paul Byloo. Deze van oorsprong West-Vlaamse componist is wel een laatbloeier, want pas tijdens de corona begon hij te dichten.

Hans Otten

Bij de start van een wandeling langs een reeks weesgedichten in de Geelse binnenstad draagt Maarten Vanhoof donderdagavond het stadsdichterschap over aan zijn opvolger Jean-Paul Byloo (73). “Het zijn twee drukke, maar heel mooie jaren geweest”, vertelt Maarten. “Ik ga misschien afkickverschijnselen vertonen, maar misschien is het ook gewoon tijd om vers schrijversbloed te laten stromen.”

Op de oproep van de stad Geel voor een nieuwe stadsdichter dienden zich slechts drie kandidaten aan, waar dat twee jaar geleden er nog meer dan tien waren. De jury koos voor het werk en de visie van Jean-Paul Byloo, die dertig jaar lang de stedelijke academie voor Muziek, Woord en Dans van Geel leidde. Opmerkelijk is dat hij zelfs tot over de landsgrenzen heen bekend is als klassiek componist, niet als schrijver.

Metier

“Ik heb van jongs af aan al veel poëzie gelezen, maar het was pas tijdens corona dat ik me voor het eerst zelf waagde aan het schrijven van gedichten”, vertelt de nieuwe stadsdichter. “Ik wilde proberen of ik in poëzie mijn eigen ding kon doen. Ik ben met pensioen en tijdens corona kwam er extra veel tijd vrij. Ik ontdekte dat het een metier is dat je al doende leert, je krijgt het stilaan onder de knie. Intussen heb ik al een pak gedichten geschreven.”

Zelf ziet hij veel raakvlakken tussen muziek componeren en gedichten schrijven. “Je begint met een idee en je gaat vervolgens zoeken en schaven tot je het goed vindt. Ik vind er intussen even veel plezier in als in het componeren. Of een gedicht niet sneller klaar is dan een compositie? Dat weet ik eigenlijk niet zo zeker. Wanneer ik iets componeer en het is af, dan is het ook af. Wanneer ik een gedicht schrijf, zie ik een paar dagen later toch altijd weer elementen die nog beter kunnen. Gedichten moeten een kelder hebben, zoals ze zeggen”, lacht Jean-Paul Byloo.

‘Een warme deken’ is het eerste officiële stadsgedicht van Jean-Paul Byloo.© Hans Otten

Warme samenleving

Een warme deken, zijn eerste officiële wapenfeit als stadsdichter is intussen te lezen op de gevel van de stedelijke bibliotheek. De man die afkomstig is uit het West-Vlaamse Veurne heeft voor zichzelf twee ambitieuze doelen als stadsdichter gesteld. “Ik wil zo veel mogelijk mensen warm maken voor poëzie, door zo veel mogelijk gedichten in het straatbeeld te brengen, maar ook initiatieven zoals workshops of de combinatie van concerten en poëzie. Daarnaast wil ik ook graag bijdragen aan een zorgzame maatschappij, die in Geel sowieso al uniek is. ik wil zo veel mogelijk mensen verenigen in een warme samenleving. Ik ben heel vereerd dat ik in de voetsporen van Maarten Vanhoof mag treden. Hij heeft als stadsdichter echt de bakens uitgezet.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners