Ook al telt ongeveer elke gemeente in Vlaanderen een of meer warenhuizen en is de concurrentie daar keihard, voor verse groenten en fruit, kaas, vis of gebraden kip gaan we toch nog altijd graag naar de markt.

Het aantal marktkramen (foodtrucks inbegrepen) is in de afgelopen tien jaar zelfs met zo’n 20 procent gestegen, cijfers waar veel marktkramers ook van opkijken. Dave en Tilly Parys willen nog lang niet stoppen maar zijn toch de laatste generatie: ze verkopen hun dameslingerie al 35 jaar op de markt in Brasschaat.

“Wij zijn intussen de derde generatie. Toen mijn grootvader begon, stond de markt nog in de Door Verstraetelei. Later is de markt dan naar het Armand Reusensplein verhuisd. We doen verschillende markten aan en werken zes dagen op zeven. Ik moet zeggen dat het weer een belangrijke factor is. Wij hebben wel veel vaste klanten, maar we zien toch ook veel mensen die eerst hun vaste boodschappen doen zoals verse groenten en vlees, en dan ‘en passant’ bij ons een kijkje nemen. Ons doelpubliek is echt wel 50-plus. De jongeren zie je alleen maar tijdens de vakantieperiodes.”

Voor Dave Parys is de markt honderd procent zijn ding. “Ik heb vroeger wel eens aan een fysieke winkel gedacht, maar dat is toch een andere manier van verkopen. Nee, ik moet al de Lotto winnen om dit stop te zetten. Maar na ons stopt het wel. Een vierde generatie is niet meer in zicht voor onze handel.”

Er zijn twee vishandels op de markt. De Schot’s Vishandel staat er al meer dan 25 jaar en klaagt niet. “Wij zien het aantal klanten zeker niet achteruit gaan. Er is zelfs een lichte stijging waar te nemen. Ik denk dat alle verskramen het redelijk goed doen. We staan niet alleen hier in Brasschaat. Met vijf wagens doen we de ruime regio Antwerpen-Mechelen-Turnhout. Onze concurrenten hier even verderop aan de kerk doen het even goed. Er is voldoende cliënteel voor twee vishandels.”

Paul Lejour kwam vier jaar geleden op de markt in Brasschaat terecht. Hij verkoopt mannenkleding. “Ik ben blij dat ik die stap heb gezet. Concurrentie heb ik hier eigenlijk niet. In het begin was het vooral opbouwen. Ik zit al wel twintig jaar in de kledingsector, maar op een wekelijkse markt moet je toch je plaats zien te veroveren en dat is me wel gelukt”, zegt Paul.

Met dit koude weer of als er veel regen wordt verwacht, blijven er iedere keer wel meerdere plaatsen leeg, maar over het algemeen draait de Brasschaatse markt wel goed. In het algemeen kende het fenomeen openbare markten een boost tijdens corona, omdat het als buitenactiviteit wél kon doorgaan. Wie toen de markt herontdekte, is blijven komen. Een jaar geleden waren er in Vlaanderen nog 3.251 actieve markt- en straathandelaars, vorig jaar waren dat er 3.927.