De jonge Rafil is zenuwachtig voor zijn eerste show zaterdag in de Arenberg. Hij stond nooit eerder op een podium. “Er komen wel dertig mensen kijken van mijn familie en vrienden dus het moet echt goed zijn”, zegt hij.

Hij krijgt hulp van de andere jongeren van het schrijverskamp van de City Pirates en natuurlijk ook van rapper Young B. Nog niet zo lang geleden had Rafil niet veel met muziek. Hij is een goeie voetballer bij City Pirates en studeert accountancy en fiscaliteit. Hij rondde deze week net zijn examens af. Ondertussen vond hij ook nog de tijd om een paar maanden geleden binnen te wandelen in het schrijverskamp van de City Pirates.

“Ik stapte binnen zonder veel verwachtingen. Young B vroeg ons om teksten te maken in verschillende thema’s. Een van die thema’s was pesten en dat raakte meteen een gevoelige snaar bij mij. Ik was als jong kind van 10 jaar een magere jongen. De grotere jongens hadden het vaak op mij gemunt. Dat begon verbaal, maar ging ook over naar een duw hier en daar. Of ze wachtten me op achter de hoek. Dat verhaal vertel ik in mijn nummer over pesten.”

En dat nummer gaan we binnenkort allemaal horen. “Het nummer zal te horen zijn op Ketnet in de Week tegen Pesten. Ik wil andere kinderen mijn verhaal vertellen en ik wil vooral aan de pesters laten weten dat ze moeten stoppen.”

En zo is de muzikale carrière voor Rafil ook ineens geboren. “Mijn andere liedjes zijn luchtiger. Ik hou van dancehall en maak graag liefdesliedjes. Ik ga zeker niet altijd over zware thema’s rappen. Misschien maak ik ooit ook wel een nummer voor mijn mama, want ik ben haar heel dankbaar voor alles wat ze doet voor mij.”

Studies, voetbal en muziek. Rafil moet veel balletjes omhoog houden, maar voorlopig lukt dat nog wel. “Als ik echt zou mogen dromen, zou ik volledig voor de muziek gaan en wil ik rapper worden. Maar mijn mama wil graag dat ik iets doe met accountancy. Ik zie wel of ik het allemaal gecombineerd krijg. Nu moet ik vooral eerst denken aan mijn eerste optreden zaterdag. Ik mag twee nummers brengen. Heel spannend.“