Eind maart van vorig jaar was een zestienjarige jongeman geld gaan afhalen voor zijn oma. Wat later werd de tiener aangesproken door enkele mannen. “Een van hen vroeg aan de jongen of hij hem niet herkende vanop school en ze wandelden met hem mee door de Keizerstraat. Tot aan een afgelegen plekje van het voormalige ziekenhuis. Daar overvielen ze het slachtoffer”, zei de openbare aanklager. “Een van de mannen nam een steen vast en dreigde die tegen het hoofd van de tiener te gooien als hij zijn geld niet zou geven. Uiteindelijk stalen ze 110 euro, namen een foto van de bankkaart van de grootmoeder en neusden in de gsm van de jongeman. Zo kwamen ze het adres van zijn vriendin te weten.”

Voorruit stuk

Het slachtoffer sloeg alarm bij zijn vader en wat later zagen ze de overvallers rondhangen in de Sint-Rumoldusstraat. De vader sprak de broer van een van de daders aan, waarop de eigenlijke overvaller opnieuw in actie schoot en de voorruit van de auto van de vader vernielde.

M.E. en B.Z. ontkenden dat ze een overval hadden gepleegd. Tijdens het verhoor bij de politie verklaarden ze zelfs dat de tiener hen om drugs had gevraagd. Volgens de twee waren er onvoldoende bewijzen dat zij de feiten hadden gepleegd. Daar dacht de rechter evenwel helemaal anders over. Ze veroordeelde het duo tot een jaar cel en een boete van 1.600 euro. Voor M.E. is die straf met probatie-uitstel, voor B.Z. effectief. (tdk)