Nochtans zag het er eerst alweer erg belabberd uit voor de nu al maandenlang gekwelde piraten, die maar moeilijk een poot aan de grond krijgen. Op een stilstaande fase diende Belisia Bilzen meteen een eerste mokerslag toe. “Het was hun enige kans voor de rust”, zuchtte Seraaj El Mokadem. “Het gebeurt bovendien vaker dat we zo een doelpunt slikken.”

El Mokadem bleef zelf echter niet bij de pakken zitten en zorgde voor en na de rust persoonlijk voor de 2-1. “Niemand had de kopjes laten hangen na de 0-1, daar groeien we steeds meer in. En het doet natuurlijk altijd deugd als je de ploeg kan helpen.”

City Pirates liep nog verder uit tot 4-2 en pakte zo zijn eerste thuiszege van het seizoen. “Er was gretigheid in de kleedkamer en daar was Bilzen van geschrokken”, gaat El Mokadem verder. “We zetten hen bovendien hoog vast en de Limburgers wisten niet hoe ze daarmee moesten omgaan.” City Pirates blijft met twaalf punten wel op de voorlaatste plaats kamperen. Er is dus nog geen reden voor een hoerastemming. Maar opgeven doen ze bij City Pirates niet. “We trainen scherp en het gaat steeds beter tijdens wedstrijden. Het was ook al vaak net niet. Dus als we zo verder doen, komt het goed. We bewezen dat dit City Pirates niet dood is, integendeel. Op fysiek én mentaal vlak zijn we altijd blijven knokken, en dat zullen we met z’n allen blijven doen.”

Met Beerschot en Lebbeke (respectievelijk laatste en derdelaatste, red.) wacht City Pirates nog twee levensbelangrijke confrontaties. “Het zijn twee finales. Haalbaar, maar in deze reeks kan iedereen van iedereen winnen. Laat ons dus geen zotte uitspraken doen. Wie had gedacht dat we konden winnen van Belisia? Die inspanningen zullen blijven lonen, daar ben ik van overtuigd. En dan zien we wel waar het schip strandt”, besloot El Mokadem. (stdr)