Vrijwilligers legden twee jaar geleden de tuin achter het Stedelijk Museum in het begijnhof van Hoogstraten opnieuw aan. Het ging om een samenwerking tussen het stadsbestuur, het Stedelijk Museum en de afdeling Noorderkempen van Velt (Vereniging voor ecologisch tuinieren). Er werd eerst onderzocht hoe de begijnen in Hoogstraten in de zestiende eeuw hun moestuin onderhielden.

“Den Ouden Koolhof is een oase van rust en een ontmoetingsplek voor iedereen”, vertelt schepen van Cultuur Arnold Wittenberg (Hoogstraten Leeft). “Bezoekers kunnen er genieten van kleurrijke bloemen en bijleren over moestuinen vroeger. Bovendien hebben de geteelde groenten en fruit uit de moestuin een sociale impact op Hoogstraten. Een deel van de oogst wordt geschonken aan welzijnsschakel en voedselbank ’t Ver-zet-je. Een historische knipoog naar de barmhartigheid van de begijnen.“

De jury vond de museumtuin, die wekelijks onderhouden wordt door vrijwilligers, een voorbeeld voor andere Vlaamse begijnhoven. “We appreciëren de durf om de vertrouwde tuin weg te halen en te vervangen door wat er ooit stond. De samenwerking met Velt en het sociale aspect geven dit project een hoge maatschappelijke relevantie.” (ram)