LEES OOK. Bloemkooloren, krakende ribben en kapotte vingers: het lichaam van Matthias Casse lijdt onder een leven op de tatami

Tato Grigalashvili, alweer. Op elk belangrijk kampioenschap van de afgelopen jaren moest Matthias Casse voorbij de Georgiër om medailles te veroveren. Het begon op het EK 2020. Toen haalde de drie jaar jongere Grigalashvili het in de halve finale. Een jaar later pakte Casse revanche in de finale van het WK in Boedapest, goed voor de eerste Belgische wereldtitel judo bij de mannen ooit. Ook vorig jaar in de strijd om het brons op de Olympische Spelen trok onze landgenoot aan het langste eind. Maar begin mei in de finale van het EK judo bracht Grigalashvili de stand in de onderlinge duels opnieuw in evenwicht.

Het stond in de sterren geschreven dat Casse en zijn aartsrivaal elkaar zondag in Tasjkent ook opnieuw zouden ontmoeten in de WK-finale. De nummer één (Grigalashvili) en twee (Casse) op de wereldranglijst maakten er een zinderende kamp met wisselende kansen van. Net als alle voorgaande duels tussen de twee aartsrivalen draaide ook deze finale uit op een tactisch kat-en-muisspelletje. Casse leek lange tijd het best te schaken. Bijna vier minuten in de golden score (verlengingen) had Grigalashvili twee bestraffingen achter zijn naam en flirtte hij met een derde fatale bestraffing. Tot hij plots met een prachtige worp Casse op de rug kreeg: ippon en een eerste WK-goud voor de Georgiër, Casse droop zichtbaar ontgoocheld af. Voor de 25-jarige Antwerpenaar telt in elk toernooi waar hij op de tatami verschijnt goud.

IJzersterk tot in de kwartfinale, briljante ontsnapping in halve finale

Matthias Casse was als titelverdediger vrij in de eerste ronde en nam in zijn tweede ronde met ippon de maat van de 22-jarige Brit Lachan Moorhead. In de derde ronde had Casse weinig problemen met de relatief onervaren Kirgiziër Asad Masabirov. Een houdgreep in het slot leverde opnieuw ippon op. In de kwartfinale had Casse meer moeite met de Oostenrijker Shamil Borchashvili (IJF 9). Die had net zoals Casse een bronzen medaille op de voorbije Olympische Spelen in Tokio behaald en dwong Casse diep te gaan in de Golden Score. Maar net als in de Grand Slam van Tel Aviv eerder dit jaar was het onze landgenoot die aan het langste eind trok. Borchashvili kreeg drie bestraffingen voor passiviteit.

In de halve finale leek Casse tegen de Japanner Sotaro Fujiwara op weg naar een nederlaag. De Japanner scoorde in de slotminuut een waza-ari, maar met de rug tegen de muur lukte de regerende wereldkampioen op tien seconden van het einde een magistrale ippon. Casse pareerde op sublieme wijze de optilpoging van zijn tegenstrever en smeet hem plat op de rug.

Grigalashvili klopte olympisch kampioen

Ook Grigalashvili toonde eerder in het toernooi in bloedvorm te verkeren. De Georgiër klopte in zijn kwartfinale de Japanse olympisch kampioen Takanori Nagase na een bijzonder intense strijd in de Golden Score. De Japanner had in zijn derde ronde onze landgenoot Sami Chouchi uitgeschakeld. De 29-jarige Brusselaar kreeg in zijn kamp tegen Nagase drie snelle bestraffingen voor afwachtend vechten na elkaar.