Het klonk bijzonder aantrekkelijk. Na de heropening van het gerestaureerde stadhuis zouden er op de gelijkvloerse verdieping en in de kelder ruimtes komen voor onder andere toeristische winkeltjes of beginnende ondernemers.

Oorspronkelijk was het minimumbod voor de concessie van beide vleugels 93.600 euro per jaar of 65.400 euro per jaar als alleen de zijde aan de Suikerrui werd ingenomen. Bij de tweede oproep werd dat bedrag verlaagd tot minimum 32.400 euro of 2.700 euro per maand voor de concessie van de gelijkvloerse verdieping en de kelderverdieping.

Maar ook dan boden zich geen geschikte kandidaten aan. “We gaan nu onderzoeken of we de ruimten op een andere manier kunnen invullen. Het blijft de bedoeling dat er iets komt dat een breed publiek aantrekt”, zegt burgemeester Bart De Wever (N-VA).

Open voor de zomer begint

Het stadhuis wordt op dit moment gerestaureerd en moet tegen de zomer klaar zijn. De opening was vroeger voorzien, maar onder andere corona en onverwachte bijkomende werken hebben daar anders over beslist.

“Zonder verrassingen is het stadhuis in juni klaar en opnieuw open. Dan kan een aantal schepenen weer zijn intrek nemen in het stadhuis. Wanneer de eerste gemeenteraad op die plek zal plaatsvinden, is nog niet bekend. Waarschijnlijk zal dat na het zomerreces zijn”, vervolgt Bart De Wever.

Bij de opening van het stadhuis zal er trouwens ook een tentoonstelling te zien zijn in het stadhuis. Die komt deels in de beschikbare ruimten op het gelijkvloers, maar is slechts tijdelijk van aard.

Meerkost van twee miljoen euro

De restauratie van het stadhuis, die begon in april 2019, is niet zonder slag of stoot verlopen. De werken moesten dit najaar afgerond zijn, maar die deadline wordt om meerdere redenen niet gehaald.

De klus is ook duurder geworden dan de ruim 29 miljoen euro die aanvankelijk begroot waren. Ondertussen bedraagt de factuur ruim 32 miljoen euro. Die meerprijs is vooral te wijten aan onverwachte werfkosten en aanpassingen in het oorspronkelijke plan.

Het gaat onder meer om veranderingen in het brandveiligheidsplan en het verplaatsen van technische installaties. Ook bleek tijdens de werken dat sommige restauratiedossiers duurder bleken te zijn of dat niet geplande historische onderdelen van het gebouw toch moesten aangepakt worden.