Vanop zijn hotelbed in Javéa – in een Zoommeeting - blikte Philippe Gilbert deze namiddag vooruit op het aanstaande seizoen. 2020 was “een jaar met veel slecht nieuws” en de naweeën van de val in de openingsetappe in de Tour voelt hij vandaag nog altijd. “Ik werk nog altijd hard om mijn knie in orde te krijgen. Ik kan nu bijna pijnvrij trainen, maar de blessure was veel erger dan verwacht. Ik heb veel spieren verloren, ook in mijn linkerbeen. Toen ik deze winter mijn wegtraining hervatte, haalde ik het niveau van iemand die net begint te fietsen. Dat had ik nooit eerder mee gemaakt.”

Het gevolg is dat Gilbert op dit moment niet weet waar hij conditioneel staat. “Het is moeilijk om iets te zeggen over mijn conditie. Ik heb vooral alleen getraind tot dusver, vandaag was de eerste keer dat ik met een mooie groep renners onderweg was. Ik voelde me goed, dus dat is zeker een positief signaal. Maar echt koersen is nog iets anders. Daarom ben ik heel voorzichtig om vooruit te kijken. Ik wil eerst opnieuw koersen en kijken of ik opnieuw finales kan rijden. Het is moeilijk te voorspellen of ik klaar zal zijn. Ik ben vorig jaar gestopt in de Binck Bank Tour en sindsdien heb ik nooit meer echt snel gereden met een fiets. Maar ik heb nu nog twee, drie weken om snelheid en volume toe te voegen op training.”

Gilbert zal normaal hervatten in La Marseillaise (31 januari) en de Ster van Bessèges (3-7 februari). Daarna volgen de Tour de la Provence (11-14 februari) en het openingsweekend (27-28 febrauri). Hij is ervan overtuigd dat hij die wedstrijden zal halen. “Met alle annuleringen weet je tegenwoordig pas dat je kan koersen als je echt je rugnummer opspeldt, maar mijn knie mag geen probleem zijn om die koersen te halen. De pijn is nu veel minder in vergelijking met wat die eerder was. Ik kan hard op de pedalen duwen met een ‘okee’ gevoel en er is ook geen gevaar om de blessure erger te maken.”

Het grote doel dit jaar is uiteraard Milaan-San Remo, het enige monument dat Gilbert nog niet op zijn palmares heeft. “De gedachte aan Sanremo was de voorbije maanden mijn grote motivatie. Ik heb al die opofferingen gedaan om klaar te zijn voor die koers. Het is een droom om te winnen, al weet ik ook dat niet meest explosieve meer ben en evenmin de snelste sprinter.”

Opvallend: Gilbert is niet zeker dat hij straks als uittredende winnaar aan de start zal staan van Parijs-Roubaix: “We gaan later zien of ik daar zal rijden. In mijn ogen is Roubaix niet zo belangrijk.”

In de Zoommeeting kreeg Gilbert ook vragen over Mathieu van der Poel en Wout van Aert, twee concurrenten die hij hoog heeft zitten: “Wat zij doen – overstappen van de ene discipline naar de andere is uitzonderlijk. Sven Nys probeerde het op de weg en hij kwam niet in de buurt. Julien Absalon was ook nergens op de weg. Maar die gasten komen van het veld gewoon winnen op de weg. Daarna gaan ze terug naar het veld en winnen ze opnieuw.”

“Ik vraag me wel af of je die intensiteit van 350 dagen koers per jaar lang volhoudt. Naast het wielrennen hebben ze niet echt een leven en mentaal is dat heel zwaar. Of ze gaan een heel succesvolle, maar korte carrière hebben of ze zullen een discipline moeten kiezen.”