Vier maanden voor de verkiezingen van 26 mei wordt de campagne aan banden gelegd. De partijen moeten opletten wat ze op de kiezer loslaten – zo zijn gratis gadgets en radiospotjes uit den boze – en ook het prijskaartje is gelimiteerd. Tot 59 miljoen euro, becijferde onderzoekscentrum VIVES aan de KU Leuven.

N-VA kan de duurste campagne voeren, CD&V mag 5,2 miljoen euro opmaken en PVDA/PTB staat op de derde plaats met een budget van goed 5 miljoen euro. De maximumfactuur is verschillend voor elke partij, omdat het bedrag wordt bepaald door het aantal parlementsleden en de grootte van de kieskring.

Partijen zijn niet verplicht het volledige bedrag op te souperen; bij de vorige verkiezingen in 2014 spendeerden ze samen iets meer dan de helft van het toegestane bedrag.