Dr. Polders analyseerde (bijna-)ongevallen en het gedrag van weggebruikers op kruispunten. “Concreet focuste ik mij op vier onderwerpen: ongevallenpatronen op rotonden en op kruispunten met verkeerslichten, gedragsaanpassingen van bestuurders aan snelheids- en roodlichtcamera’s op kruispunten die door verkeerslichten geregeld worden, en op de mate waarin het verschil in voorrangsregel – voorrang van rechts versus voorrangskruispunt – de verkeersveiligheid en het gedrag van bestuurders beïnvloedt.”

Wat blijkt? Snelheids- en roodlichtcamera’s op kruispunten zorgen er enerzijds voor dat er minder bestuurders oversteken bij oranje of rood, maar hebben daarnaast gevaarlijke nadelen. Zo leiden ze tot kortere volgafstanden en bruuskere rembewegingen. “Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat het aantal kop-staartongevallen op kruispunten met verkeerslichten stijgt na het plaatsen van zulke camera’s. Leg dit naast de resultaten uit mijn onderzoek en je hebt een mogelijke verklaring voor de stijging van dit soort ongevallen.”

Tot slot gebeuren er op zulke kruispunten en rotonden voornamelijk vier dezelfde soorten ongevallen: kop-staart-ongevallen, zijdelingse en frontale ongevallen, en ongevallen waarbij ten minste één zwakke weggebruiker is betrokken.

Dr. Polders hoopt dat de resultaten worden gebruikt om de verkeersveiligheid op kruispunten te verbeteren. “Zo kan je het ongewenste neveneffect van snelheids- en roodlichtcamera’s verminderen door bestuurders te waarschuwen wanneer ze een kruispunt met een onbemande camera benaderen. Conflictvrije verkeerslichten op kruispunten hebben alleszins een gunstig effect op de algemene veiligheid op kruispunten, en op het aantal ongevallen met zwakke weggebruikers in het bijzonder.”