De BBI gaat aan de slag met de gegevens die door de journalisten van het internationale journalistenconsortium ICIJ werden verspreid. Er is al bekeken welke betrokkenen nog in België gesitueerd kunnen worden. De BBI ging daarbij in eerste instantie de vennootschappen na die in 2011 nog actief waren. Er werden er zo 149 gelokaliseerd.

Oppositiepartijen sp.a en Groen benadrukten dat fraudeurs snel moeten worden aangepakt, omdat er een nieuwe regularisatiewet in de maak is. “Het is politiek belangrijk dat er snel vragen om inlichtingen verstuurd worden naar de Panama-zondaars, want anders dreigen ze er goedkoop vanaf te komen. De publieke opinie zou amnestie voor hen niet begrijpen”, zei Dirk Van der Maelen (sp.a).

“We gaan er alles aan doen om rechtsgeldig specifieke onderzoeksdaden te verrichten naar betrokkenen”, benadrukte Philipsen. De dossiers zullen verdeeld worden onder de verschillende regionale BBI-directies. “We zullen dan bekijken welke mogelijkheden met kans op slagen er zijn om te controleren.”

De BBI-topman kreeg heel wat vragen voorgeschoteld van de Kamerleden. “Ik heb er zelf 103 geteld, een record”, zei Philipsen, die vervolgens in een lange monoloog alle vragen trachtte te beantwoorden. Hoewel hij het telkens beknopt hield, liep de zitting flink uit. Normaal moest om 16.30 uur een tweede hoorzitting starten met andere BBI-mensen, maar de eerste zitting was pas om 18.40 uur afgelopen.

Lekken via de pers

Sonja Van Duerm van de Brusselse BBI-afdeling kwam vervolgens uitleggen met welke problemen de belastingdiensten te maken krijgen bij de lekken via de pers. “De ambtenaren reageren altijd heel enthousiast als er iets in de pers komt, maar spijtig genoeg moeten ze uiteindelijk gas terug nemen. Er duiken immers een aantal problemen op”, legde ze uit.

Zo is de identificatie van de betrokkenen moeilijk omdat de informatie meestal in bulk komt, legde de BBI-directrice uit. Vaak slagen de ambtenaren er niet in de precieze betrokkenen te identificeren. “Als er bijvoorbeeld een familie in de krant staat, kan die zeer groot zijn en kunnen we soms geen persoon identificeren”, aldus Van Duerm.

Ook het land waar het vermogen zit, kan problemen opleveren. Belastingparadijzen blijken niet altijd bereid om informatie te delen. “Vandaar onze vraag om zoveel mogelijk verdragen af te sluiten met fiscale paradijzen, zodat we antwoorden kunnen krijgen op onze vragen”, zei Van Duerm. Het gebrek aan medewerking van sommige landen is volgens haar erg frustrerend voor de BBI-inspecteurs.

Frustratie is er volgens Van Duerm ook tegenover de pers. “Zij mogen dingen doen die wij niet mogen doen. Wij mogen geen informanten betalen, hebben geen toegang tot betalende databanken en mogen ook geen informatie in bulk opvragen”, zei ze.