De Australiër keerde na de GP van Singapore huiswaarts. Tijdens een mountainbiketochtje met een vriend kwam die laatste ten val. Webber kon hem echter niet meer ontwijken en viel eveneens. Daarbij liep hij een breuk in de schouder op, zo is te lezen in zijn boek 'Up Front: A season to remember'. Het ging om een heel fijne breuk, maar omdat die zo diep in het gewricht zat, was een behandeling onmogelijk.
De laatste races presteerde Webber, die lange tijd het WK aanvoerde, minder. In Japan en Zuid-Korea kreeg hij cortisone-injecties vooraleer in de wagen te stappen. Slechts twee personen wisten van het probleem; zijn trainer, Roger Cleary, en FIA-dokter Gary Hartstein.
Geen excuus
Uiteindelijk werd Webber derde in het eindklassement, achter Sebastian Vettel en Fernando Alonso. Toch wil de Red Bull-piloot naar verluidt de schouderblessure niet als excuus gebruiken voor het mislopen van de titel.
Eind 2008 liep Webber ook al breuken op aan schouder en been, eveneens tijdens een mountainbiketrip.