SM-rechter: de juridische waarheid achter de film

13 MAART 2009 - "SM-rechter". Dat is de titel van een film die momenteel loopt in de bioscoop. Hij schetst de gerechtelijke avonturen van de voormalige Mechelse strafrechter Koenraad Aurousseau en zijn vrouw Magda. In de hoofdrollen (foto): Veerle Dobbelaere als Magda en Gene Bervoets als Koen. Magda en Koen gaven zich over aan sadomasochistische praktijken en rechter Koen kreeg hiervoor één jaar cel en werd uit zijn ambt ontzet. De vragen blijven: werd de rechter terecht veroordeeld of ging het om een opstoot van ethisch conservatisme? Moest de rechter zijn pensioen verliezen? Wat vindt het Europees Hof voor de Mensenrechten van sadomasochisme? Wanneer blijven slagen ongestraft? Een analyse.

John De Wit

De Mechelse rechter Koenraad Aurousseau (nu 69) kreeg op dinsdag 30 september 1997 van het Antwerpse Hof van Beroep één jaar cel met uitstel. Hij werd veroordeeld voor slagen en verwondingen aan zijn vrouw Magda in een SM-spel én omdat hij haar met haar toestemming naar een sadomasochistisch bordeel vervoerde (aansporing tot ontucht). Hij moest 2.478 euro boete ophoesten en werd voor vijf jaar uit zijn rechten ontzet.

Een medeplichtige arts en een politieman kregen een maand met uitstel en boetes van 186 en 248 euro. Twee anderen kwamen er met opschorting van de uitspraak van af. De laatste vier stonden alleen terecht voor verwondingen aan Magda.

HET ARREST VAN HET ANTWERPSE HOF

Het Antwerpse hof verwierp SM niét, het was geen opstoot van ethisch conservatisme, zoals sommige mensen beweren. Het was zelfs behoorlijk liberaal, want het steunde zich op het Laskey-arrest van Straatsburg dat bepaalde dat lichte sm tussen meerderjarige, wederzijds toestemmende partners in de privésfeer moet kunnen. Voor de lichte sadomasochistische praktijken bij de SM-rechter in de slaapkamer thuis in Duffel volgde de vrijspraak.

Maar daarover ging deze zaak eigenlijk niet.

Het hof veroordeelde de rechter en zijn wél vrienden voor een tiental extreme feiten in private chalets in Orchimont, Oignies en Balen. Behalve op zweepslagen en klemmen werd Magda ook getrakteerd op elektrische schokken, naalden in de borsten, optakelen tussen de benen, brandwonden. "De vrouw krijste van de pijn en viel bij momenten flauw. Als ze 'genade' riep, stopte men de activiteiten niet, hoewel dat had gemoeten", zei toenmalig kamervoorzitter Bijl in het arrest.

Alles stond bovendien op video's die de rechter van zijn avonturen maakte. Omdat die video's geen commerciële bedoeling hadden, werd Aurousseau vrijgesproken van de betichting "verspreiding van ontuchtige publicaties".

En "exploitatie van ontucht" was er al evenmin. Weliswaar trad Magda tegen 100 euro op als slavin in een seksclub in Wetteren, maar Aurousseau wou haar niet financieel gebruiken.

Het hof stelde vast dat de gruwelijke SM-praktijken geen blijvende letsels tot gevolg hadden en ook dat de SM-praktijken gebeurden op verzoek van Magda, die haar man meesleurde in de SM.

Aurousseau had terzake de vrijspraak gevraagd omdat hij in een "noodtoestand" zou hebben gehandeld door in te gaan op Magda's verzoek, dat voortsproot uit haar alcoholisme. Maar het Hof verwierp die redenering. "Als rechter had Aurousseau een andere oplossing moeten zoeken voor haar alcoholisme in plaats van mee te gaan in deze escalatie van geweld".

Volgens het hof "werd een grens overschreden. Er was gevaar voor verminking. Daarom moet het gerecht optreden. Wat aanvankelijk begon als een echtelijk spel ontspoorde door een ernstig drankprobleem".

Aurousseau en zijn vrouw goten zich altijd vol bier, zodat ze zich de volgende dag niet meer herinnerden wat ze hadden gedaan. "Drinken is een ernstige inbreuk op de basisregels van de SM-cultuur. Door die drank konden Koenraad en Magda zich niet meer beheersen."

De slagen en verwondingen zijn bewezen. "Het is niet nodig dat de beklaagden het slachtoffer wilden schaden. Zelfs met 'goede' bedoelingen (seksuele lust) blijven de slagen strafbaar. Het feit dat er geen letsels zijn heeft geen belang. En Magda's toestemming neemt de schuld van Aurousseau niet weg. Mensen zijn geen eigenaar van hun lichaam, de lichamelijke integriteit is een grondrecht."

Koen en Magda op de première van de film

De vier andere beklaagden hadden gezegd dat ze niet wisten dat ze iets strafbaars deden. Er was immers een rechter bij.

Néé, zegt het hof. "Iedereen moet weten dat zulke zware mishandelingen strafbaar zijn. Ook in deze tijd van individualisme en verhoogde tolerantie voor seks, zijn deze specifieke feiten ernstig, schokkend en gruwelijk. Men kan dit niet afdoen als vrije seksualiteitsbeleving in de privésfeer." De medeplichtige arts had "het koppel op therapie moeten sturen in plaats van mee te doen aan SM".

Iedereen kreeg de minimumstraf. Voor Aurousseau is die hoger omdat vervoer naar een bordeel veel zwaarder gestraft wordt dan zware slagen en verwondingen.

WAT VINDT STRAATSBURG?

De SM-liefhebbers kozen Sint-Sebastiaan tot hun patroonheilige. Maar beschermt die heilige hun praktijken wel? Kan de SM-liefhebber zijn vrouw nu straffeloos slaan?

Misschien beschermt de heilige de SM-liefhebber niet, maar Straatsburg doet dat wel. Er zijn twee belangrijke arresten, die nochtans telkens de klagers ongelijk gaven.

1. Laskey

In het trendsettende Laskey-arrest (19 februari 1997) vond het Europees Hof voor de Mensenrechten dat slagen en verwondingen tussen volwassen personen die toestemmen, een zuivere privé-zaak zijn.

SM is in principe beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De staat mag die privacy slechts schenden als de schending geregeld is door een wet (dat is hier zo: slagen en verwondingen) en in het belang is van de volksgezondheid, de goede zeden of de noodwendigheden van de democratie. In ieder concreet geval moet die afweging worden gemaakt.

In de zaak-Laskey vond Straatsburg het geweld te hard (gebruik van netels, naalden, klemmen, schuurpapier en brandmerken) en kon de staat optreden in het belang van de volksgezondheid, zelfs als de slachtoffers toestemden en er een stricte code was waarbij het slachtoffer de agressie op ieder moment kon stopzetten.

Straatsburg meende toen ook dat iedere staat zelf mag beslissen wanneer een verbod van sadomasochistische praktijken gepast is.

België volgde die rechtspraak al snel.

Het hof van beroep in Gent vond op 22 september 1997 dat licht geweld tussen meerderjarigen die toestemmen, niet strafbaar is als het kadert in een seksueel spel en geen commercieel doel heeft. Dat was een breuk met eerdere rechtspraak.

Het Antwerpse arrest in de zaak van de SM-rechter volgde deze visie integraal en beriep zich uitdrukkelijk op het Laskey-arrest. Het vond dat "de eerbied voor de waardigheid van de menselijke persoon hoe dan ook een grens blijft, die niet met het argument van 'zelfbeschikking' of 'toestemmende seksualiteit' kan worden overschreden". Antwerpen vond de feiten dus te zwaar.

2. Aurousseau

Op 17 februari 2005 wees het Europees Mensenrechtenhof de klacht van de SM-rechter af. Volgens Straatsburg is het EVRM, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, niét geschonden.

Het uitgangspunt was dit keer het principe van de persoonlijke ontwikkeling, de kern van het recht op privacy. "Iedereen mag de seksuele relaties onderhouden die hij wil, ook sadomasochistische dus. De staat mag maar tussenbeide komen als de wil van het "slachtoffer" niet gerespecteerd wordt".

De meesters in zaak-Aurousseau stopten evenwel niét als de slavin het stopwoord gebruikte. Bovendien waren alle voorwaarden zo dat de meesters de vrije wil van het slachtoffer zouden negeren. Ze deden hun praktijken speciaal in daarvoor afgehuurde ruimtes omdat ze vreesden in sm-clubs problemen te krijgen. En ze dronken zoveel dat ze hun eigen gedrag als meester niet meer konden controleren. Om die redenen mocht de staat tussenbeide komen in een sm-relatie die in principe privé is.

Volgens Straatsburg is de straf die de meesters kregen niet buiten verhouding tot de gepleegde feiten.

Er is in de zaak-Aurousseau volgens Straatsburg dus geen schending van artikel 8 EVRM, het recht op privacy.

Sade

Maar er is volgens Straatsburg ook geen schending van artikel 7 EVRM, het recht om niet gestraft te worden dan op basis van een duidelijke wet.

Op dit laatste punt had Aurousseau betoogd dat SM in een vrije, liberale samenleving getolereerd wordt, dat er geen vergelijkbare rechtspraak is waaruit hij kon afleiden dat SM nog strafbaar was, dat geen klacht is ingediend door de slavin en dat er geen blijvende letsels zijn.

Straatsburg antwoordde hierop dat zeker een rechter de wet hoort te kennen.

Het feit dat er geen vergelijkbare rechtspraak is hoeft voor Straatsburg niet te verbazen, omdat de feiten zo extreem zwaar waren.

Straatsburg stelt verder vast dat de betrokken meesters de wet wel kenden, want anders zouden ze geen privéruimtes buiten sm-clubs gehuurd hebben om hun daden uit te voeren.

Het Straatsburgse arrest-Aurousseau wordt algemeen als een heel liberaal en verstrekkend arrest gezien, dat SM-praktijken toelaat als de wil van het slachtoffer wordt gerespecteerd.

MOEST AUROUSSEAU ZIJN AMBT VERLIEZEN?

Het was onvermijdelijk.

Aurousseau werd veroordeeld voor aansporing tot ontucht, omdat hij zijn vrouw met haar toestemming naar SM-clubs vervoerde. Hij had zelf toegegeven dat hij dit vervoer organiseerde, dus kon het Hof niet anders dan hem hiervoor veroordelen. Aurousseau kreeg daarvoor de minimumstraf van 1 jaar cel, het maximum is 5 jaar.

Maar…aan deze straf is sinds de zaak-Dutroux, amper een jaar voor het arrest in de zaak-Aurousseau, automatisch een ontzetting uit de burgerlijke en politieke rechten gekoppeld. Aurousseau moest dus uit zijn ambt als rechter worden ontzet, het Hof van Beroep kon niet anders.

MOEST AUROUSSEAU ZIJN PENSIOEN VERLIEZEN?

Op 25 juni 1998 werd Aurousseau bij wijze van tuchtstraf door het Hof van Cassatie uit zijn ambt ontzet. Daardoor verloor hij zijn magistratenpensioen.

Professor ambtenarenrecht Ria Janvier (Universiteit Antwerpen) betwistte dit toen. Het Antwerpse Hof van Beroep had Aurousseau immers al voor vijf jaar uit zijn ambt ontzet. Hij was geen rechter meer en kon dus ook niet meer door Cassatie ontzet worden uit zijn ambt. De tuchtprocedure was volgens Janvier niet nodig.

Janvier, toen: "Het is natrappen. Tucht dient om ambtenaren en rechters in de pas te houden. Maar als ze ontslagen zijn, zijn ze geen ambtenaar of rechter meer. Dan moeten er ook geen tuchtstraffen zijn".

Op 7 januari 1998 - tussen het arrest van het Antwerpse Hof van Beroep en dat van het Hof van Cassatie - had Aurousseau zelf zijn ontslag ingediend. Hij wilde zo zijn pensioen redden. Maar toenmalig justitieminister Stefaan De Clerck (CVP) weigerde dat ontslag.

Dat leidde tot parlementaire vragen van Renaat Landuyt (sp.a). De Clerck's opvolger, Tony Van Parys (CVP) zegde dat De Clerck terecht het ontslag van Aurousseau had geweigerd. "De minister van Justitie kan niet tussenkomen in een beslissing van de rechterlijke macht", zo luidde het.

Van Parys ging ook niet akkoord met de stelling van Ria Janvier (UIA). "De ontzetting uit de rechten, die is uitgesproken door het Antwerpse hof van beroep, houdt alleen maar in dat Aurousseau gedurende vijf jaar het ambt van rechter niet meer mag uitoefenen. Maar het Koninklijk Besluit met zijn benoeming blijft wel degelijk van kracht."

Aurousseau bleef volgens Van Parys dus rechter, maar zonder praktijk. "Om te verhinderen dat hij opnieuw als rechter zou zetelen na vijf jaar, moest Cassatie hem ontzetten", zo luidde het.

Renaat Landuyt

Kamerlid Renaat Landuyt noemde het beleid terzake "volkomen inconsequent". "Een notaris uit Steenokkerzeel, die zijn derdenrekeningen had gebruikt om zijn vrouw te laten vermoorden, diende zijn ontslag in terwijl het strafonderzoek nog liep. Dat ontslag werd wél aanvaard omdat hij zijn werk bovendien niet goed deed. Aurousseau deed zijn werk 19 jaar lang goed, maar zijn ontslag aanvaardde men niet. Hij verloor zijn pensioen." Van Parys vond de situatie "niet vergelijkbaar".

Aurousseau verloor zijn pensioen van rechter. Maar dat wil niet zeggen dat hij helemaal niets meer krijgt. Professor Ria Janvier (Rechten, UIA), toen: "Hij valt nu terug op een pensioen dat hij als werknemer in de privé zou krijgen. Dat is heel wat lager dan een magistratenpensioen".

WAT DEED HET PARLEMENT?

De kersverse liberale senator Jean-Marie Dedecker nam Aurousseau aan als parlementair medewerker. Aurousseau kon immers niet gaan doppen. Hij bleef bij Dedecker werken tot dat wel kon.

Renaat Landuyt (SP) diende een wetsvoorstel in om de "onzekere situatie van SM, uitbaters van zonnebanken en tatoeëerders te regelen".

Slagen en verwondingen (SM, verbrandingen door zonnebanken, verwondingen door tatoeages) zouden in zijn voorstel niét meer strafbaar zijn als de getroffene vooraf zijn toestemming heeft gegeven én als er geen risico voor ernstige verwondingen is. Het zou dus geen belang meer hebben of de slagen zware gevolgen hebben of niet.

Essentieel was voor Landuyt dat "een goede huisvader" (sic) denkt dat de bewuste SM-praktijk geen ernstige lichamelijke of geestelijke letsels zal hebben.

Landuyt's voorstel werd nooit wet. Er gebeurde verder niets mee.

Het voorstel werd indertijd gezien als een oplossing voor de problematiek van uitbaters van zonnebanken en tatoeëerders, maar niet voor SM. De hoven van beroep van Gent én Brussel definiëerden sadomasochisme juridisch niet als slagen en verwondingen, omdat de dader niet de speciale bedoeling heeft om mensen te verwonden (23 september 1997). Ze definieerden SM gewoon als "ontucht". Dat laatste is op zich niet strafbaar, maar aansporing tot ontucht is dat wel.

Wat is 'ontucht' juridisch?

Sinds 1844 bepaalde de wetgever bij herhaling, dat ontucht hetzelfde is als prostitutie. Toch meent de rechtspraak van niet. Het Luikse hof van beroep vond nog op 20 mei 1986, dat het 'buitensporig beleven van seksualiteit' wettelijk strafbare ontucht is.

Cassatie besliste op 30 april 1985, dat gesloten huizen waar toestemmende volwassenen met elkaar seks hadden zonder prostitutie, ontuchthuizen zijn. Hierdoor waren alle orgieën, partnerruil en groepsseks, alle seks dus waar anderen bij zijn zonder dat die er zich aan storen, strafbaar.

De Brusselse correctionele rechtbank oordeelde op 15 december 1994, dat er nog drie vormen van 'ontucht' zijn: pedofilie, bestialiteit en 'hard' sadomasochisme.

Dat was een verstrakking sinds het Luikse Vincineau-arrest van 23 april 1987, dat ieder sadomasochisme als 'ontucht' had gezien.

Toen Mieke Vogels (Agalev) in de jaren negentig van vorige eeuw het begrip 'ontucht' uit het strafwetboek wilde doen schrappen omdat volgens haar de rechtspraak de term misbruikte, vond de Kamer plots dat het moest blijven staan om de mensenhandel te beteugelen.

De ontuchtdiscussie duurt nu nog altijd voort. De wet die de minister van Justitie toelaat om de invoer van ontuchtige publicaties in België te verbieden is immers nog steeds niet afgeschaft. Ze pendelt al maanden tussen Kamer en Senaat.

Pol Van Den Driessche

Cruciaal twistpunt is een amendement van senator Pol Van Den Driessche (CD&V). Hij wil duidelijk maken dat de import van pedofiele publicaties verboden én strafbaar blijft. Hij gaf zelf bij de indiening van zijn amendement toe dat het overbodig is, omdat verspreiden en bezitten van "pedofiele publicaties" al via andere wetsartikelen strafbaar is. Maar de Senaat volgde hem toch. Het ziet er echter naar uit dat de Kamer dit onderdeel opnieuw gaat schrappen. Normaal gezien zou de Kamercommissie Justitie de knoop volgende week dinsdag moeten doorhakken.

WANNEER ZIJN SLAGEN GERECHTVAARDIGD?

Meer algemeen rijst de vraag wanneer slagen en verwondingen gerechtvaardigd of verschoonbaar zijn? Mag iemand zich laten slaan? Mag iemand zijn lichaam gebruiken zoals hij dat zelf wil? Kan iemand zijn of andermans lichaam verwonden, en onder welke voorwaarden?

Volgens het recht bezit de mens zijn lichaam niet, hij is zijn lichaam. Slagen en verwondingen zijn van openbare orde. Niemand kan ermee akkoord gaan. Ze blijven strafbaar, ook met toestemming van het slachtoffer. Maar de slagen kunnen soms wel gerechtvaardigd of verschoonbaar zijn. Dan worden ze niet gestraft.

1. Pedagogische tik

De opvoeding kan zo'n rechtvaardigingsgrond voor slagen zijn. Maar alleen bij ouders.

De rechtvaardiging gebeurt op grond van artikel 70 van het Strafwetboek. Dat leert dat er geen misdrijf is "als het feit door de wet is voorgeschreven". En dat laatste zou hier, volgens strafrechtprofessor Chris Van den Wyngaert, voortvloeien uit het burgerlijk wetboek, dat bepaalt dat ouders kun kinderen moeten opvoeden en bewaken. Maar de "slagen" (een oorveeg, een pak voor de broek) moeten in verhouding staan tot het vergrijp. Ze mogen geen mishandelingen worden.

Ruim een derde van de Europese landen bestraft de pedagogische tik echter wel. Maar Straatsburg veroordeelt hem niet. Straatsburg veroordeelde Engeland in 1998 wel omdat een vader zijn negenjarige stiefzoon herhaaldelijk met een wandelstok had afgeranseld. Die vader was door de Britse jury vrijgesproken. Straatsburg veroordeelde toen echter níét de pedagogische tik.

Mia De Schamphelaere

België verbiedt en bestraft de pedagogische tik evenmin, ondanks herhaalde voorstellen o.a nog van Mia De Schamphelaere einde november 2007. (Meer informatie over deze problematiek vindt U hier.)

Leerkrachten mogen daarentegen geen enkel geweld gebruiken. Dat besloot het Brusselse hof van beroep al op 10 december 1949 in een zaak waarin een jongen vier lichte slagen met een rietje had gekregen.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg boog zich ook over dit probleem. Artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verbiedt iedere foltering en iedere mensonterende of vernederende behandeling. Artikel 8 geeft iedereen recht op privacy. Deze rechten moeten tegen elkaar worden afgewogen, zo meent Straatsburg.

In het stokjesarrest (Tyrer, 25 april 1978) werd Engeland veroordeeld omdat een jeugdrechter een jongen had gestraft met drie slagen op de blote billen. De politie had die slagen toegediend, en dat was er voor Straatsburg te veel aan: dat was 'vernederend'. Maar in de zaak-Costello-Roberts (25 maart 1993) kreeg de 7-jarige Jeremy van de schooldirecteur vijf slagen op zijn turnbroek zonder dat iemand erbij stond. Moet kunnen, meende Straatsburg: geen schending van de privacy, omdat de lijfstraf niet ernstig genoeg was. Er was ook niets vernederends aan, omdat de school een ander systeem is dan de politie.

2. Godsdienstige verwondingen

Ook de godsdienstige context kan verwondingen rechtvaardigen.

Besnijdenis van jongens is toegestaan in het belang van de (religieuze) opvoeding van het kind, zo meende het Luikse hof van beroep op 9 april 1981.

Maar infibulatie (besnijdenis van meisjes) is strafbaar met maximum 7 jaar als er geen enkel verder nadeel is. Die straf kan ook in België opgelegd worden als de ouders de verminking in het buitenland lieten uitvoeren. Ze komt op 15 jaar als het meisje overlijdt, maar tot op heden was er nog geen enkel proces en de politie heeft geen weet van officiële klachten.

Jaarlijks zijn twee miljoen meisjes ter wereld het slachtoffer van deze praktijk. Op 1 januari 2003 werd het aantal vrouwen dat seksueel verminkt is in België geschat op 2.745. Het aantal jonge meisjes tot 14 jaar dat een flink risico op verminking liep, bedroeg 534. In de stad Antwerpen gaat het om 409 vrouwen en 90 jonge meisjes. (Meer informatie over deze problematiek vindt U hier.)

3. Boksen en dwergwerpen

Slagen kunnen gerechtvaardigd zijn in de sport. Ook boksers delen immers slagen uit.

Op 8 juli 1927 vond het hof van beroep van Gent dat slagen bij een bokspartij alleen kunnen als het gaat om 'een oefening, een les of een spel'. Zodra je de tegenstrever in een officiële kamp wilt verslaan, zou de bokssport juridisch strafbaar zijn. Dat bleek in de praktijk niet houdbaar, want boksen zou dan gewoon verboden zijn.

Op 31 mei 1958 stond het parlement bokswedstrijden toe, maar de boksers moesten 'zoveel mogelijk behoed worden voor letsels, wonden of breuken'.

Volgens Ufsia-professor Jan Velaers, auteur van een boek over deze materie (Over zichzelf beschikken?, uitgegeven bij Maklu, 628 p.), móét de staat - volgens artikel 8 van het EVRM - iemands lichamelijke integriteit beschermen. Hij vreest dat dit bij de bokssport niet voldoende gebeurt.

'Volksvermaken' als dwergwerpen - het zo ver mogelijk werpen van kleine mensen - zijn geen sport. Ze zijn vernederend en zelfs levensbedreigend, ook al heeft de dwerg er zelf mee ingestemd en verdient hij er zijn brood mee, zo meent prof. Velaers. De Franse Raad van State bepaalde op 27 oktober 1995 dat gemeenten deze praktijk kunnen verbieden.

4. Chirurgie

Verwonden mag ook in de geneeskunde. Verwondingen aangebracht door een chirurg zijn juridisch geoorloofd als de patiënt toestemt en als ze een therapeutisch (curatief of preventief) doel hebben.

Vroeger ging men ervan uit dat chirurgie mocht omdat de arts zich in een 'noodtoestand' bevond. Hij moest de minst erge van twee kwalen kiezen: de patiënt verwonden of hem niet genezen.

Tegenwoordig steunt men zich op artikel 70 van het Strafwetboek: chirurgie mag omdat het bevolen is door een wet, de Wet op de Uitoefening van de Geneeskunst (Koninklijk Besluit van 10 november 1967).

Esthetische chirurgie mag eveneens, als ze geen ernstig gevaar oplevert voor de patiënt én geen schadelijke gevolgen heeft. In dat laatste geval moet de dokter betalen.

Nog in 1969 vervolgde het Brusselse parket dokters die transseksuele mannen tot vrouw hadden 'omgebouwd', omdat ze 'een onmenselijke behandeling' hadden toegepast. Op 27 september 1969 volgde de vrijspraak, en sindsdien mag men in België iemand van geslacht veranderen. Straatsburg billijkte geslachtsveranderingen al sinds de affaire-Van Oosterwijck (13 maart 1979).

Organen afstaan (bloed, beendermerg, een nier) kan eveneens sinds de wet van 12 juni 1986. Je moet schriftelijk toestemmen, in het bijzijn van een getuige. De orgaansafstand kan altijd worden herroepen en moet een therapeutisch doel hebben. Er mag niets aan verdiend zijn. Geen handel vanuit de Derde Wereld dus. Na iemands dood kunnen organen worden weggenomen, tenzij hij dat uitdrukkelijk verbood bij zijn gemeente.

5. Tatoeage en piercing

Tatoeage en piercing kunnen sinds 26 maart 1991. Toen sprak het Gentse hof van beroep een tatoeëerder vrij van slagen en verwondingen.

Een 17-jarige jongen had hem gevraagd een tatoeage ter grootte van een hand op zijn rechterarm aan te brengen. De ouders van de jongen zagen dat niet zitten en lieten een huidtransplantatie uitvoeren om de tatoeage te verwijderen. Ze wilden de kosten verhalen op de tatoeëerder. De man werd vrijgesproken, omdat de tatoeage 'technisch perfect was uitgevoerd en geen enkel letsel, ontsteking of allergie had nagelaten'. Alleen om díé redenen was er vrijspraak.

Tatoeage als versiering

Het feit dat de jongen de tatoeage had besteld, speelde geen rol: men kan zichzelf niet laten 'verwonden'.

Professor Jan Velaers meent evenwel dat tatoeage niet strafbaar kán zijn, omdat ze het lichaam niet wil aantasten maar verfraaien, en omdat ze cultureel aanvaard is. Hetzelfde geldt volgens hem voor piercing.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER