Terbeschikkingstelling ter discussie

12 JUNI 2008 - Abdallah Ait Oud is woensdag op het assisenproces in Luik veroordeeld tot levenslang voor de ontvoering en verkrachting van, en voor de moord op de meisjes Stacy Lemmens en Nathalie Mahy. Hij kreeg ook tien jaar terbeschikkingstelling (TBS). Maar was is die TBS en is het wel zinvol? En welke plannen heeft de regering met de TBS?

John De Wit

Terbeschikkingstelling (TBS) is een bijkomende straf die kan worden opgelegd voor een duur van vijf tot twintig jaar. Ze wordt uitgevoerd nadat de echte gevangenisstraf volledig is uitgezeten. In dit geval dus in principe als Ait Oud overleden is.

TBS werd ingevoerd om de maatschappij te beschermen tegen gevaarlijke criminelen, gewoontemisdadigers en recidivisten. Het parlement wilde zo verhinderen dat zij te vroeg zouden vrijkomen. TBS is nu mogelijk bij alle gevallen van recidivisme, maar ook bij seksuele delicten met een straf van meer dan één jaar cel.

Als een boef zijn straf heeft uitgezeten, kan de minister van Justitie hem nog voor de duur van de TBS in de gevangenis houden. TBS betekent dus niet dat de veroordeelde effectief opgesloten blijft. Het betekent slechts dat de minister van Justitie hem in de cel kan houden voor zolang de TBS duurt.

TBS opleggen bij een levenslange gevangenisstraf is niet uniek. Het kan soms zelfs verplicht zijn: als de betrokkene al eerder veroordeeld is door het assisenhof. Maar ook als TBS niet verplicht is, dan nog is het in de zaak Ait Oud niet uitzonderlijk. Het gebeurde eerder al met Marc Dutroux. Maar het is wel grotendeels zinloos. Want in de toekomst - ten laatste vanaf 1 juli 2009 - zal hetzelfde orgaan, nl. de strafuitvoeringsrechtbank, beslissen over voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI), voorlopige invrijheidsstelling én TBS.

Marc Dutroux

Omdat er nog niet voldoende interneringsinstellingen zijn, wil de huidige Justitieminister, Jo Vandeurzen, dat de strafuitvoeringsrechtbanken (de SURB's, in vakjargon) evenwel pas bevoegd worden voor TBS vanaf 1 januari 2013. Maar voor Ait Oud maakt dat geen verschil, want dan is hij toch nog niet in de voorwaarden om voorwaardelijk vrij te komen.

Als de strafuitvoeringsrechtbank in de toekomst zowel over de VI als over de TBS van Ait Oud beslist, dan is TBS zinloos. Een strafuitvoeringsrechtbank zal Ait Oud immers maar voorwaardelijk of voorlopig vrijlaten als ze vindt dat hij geen gevaar meer is voor de maatschappij, berouw heeft getoond, een duidelijke reklassering heeft en zijn slachtoffers heeft vergoed. En als dat allemaal in orde is, dan vervallen ook de voorwaarden voor opsluiting onder TBS, want dan is Ait Oud geen gevaar meer voor de maatschappij.

De TBS van Ait Oud kan wel de proeftijd die hij krijgt als hij voorwaardelijk wordt vrijgelaten met tien jaar extra verlengen.

Wat verandert de nieuwe wet?

In principe verandert de wet op 1 juli 2009. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

* De strafuitvoeringsrechtbank wordt bevoegd voor TBS en niet meer de minister. Dat wordt zo omdat die SURB al bevoegd is voor de meeste andere modaliteiten van de strafuitvoering en in de toekomst (wellicht vanaf 2013) ook voor de uitvoering van de internering. De SURB zal na het einde van iemands gewone straf onderzoeken of de TBS-gestelde nog moet opgesloten blijven. Dat moet ook bij verplichte TBS.

* TBS zal nog maar maximaal 15 jaar kunnen duren en geen 20 zoals nu.

* Het aantal misdrijven waarvoor TBS verplicht wordt opgelegd, wordt gedeeltelijk uitgebreid.

TBS wordt niet alleen verplicht voor personen die tot een criminele straf door het assisenhof zijn veroordeeld nadat ze eerder al eens tot zo'n straf zijn veroordeeld, zoals nu reeds het geval is. TBS wordt in de toekomst ook verplicht voor veroordeelden voor terrorisme, verkrachting, aanranding van de eerbaarheid en ontvoering van een minderjarige, telkens op voorwaarde dat deze misdrijven de dood van het slachtoffer hebben veroorzaakt.

Toenmalig justitieminister Laurette Onkelinx (PS) had het over de "afschuwelijk onduldbare situaties", waarvoor verplichte TBS nodig is.

Ait Oud

Ait Oud zou onder de nieuwe wet verplicht TBS krijgen, maar slechts voor 15 jaar. Nu was die TBS nog facultatief, hij mocht opgelegd worden, maar het moest niet. Maar hij kan nu wel nog altijd 20 jaar duren.

* Daarnaast wordt TBS in de toekomst mogelijk in een beperkt aantal andere gevallen: als de betrokkene in de voorbije tien jaar een celstraf van meer dan vijf jaar kreeg voor een misdrijf dat opzettelijk ernstig lijden heeft veroorzaakt, op voorwaarde dat hij vroeger al voor soortgelijke feiten werd gestraft. En verder bij: ernstige schendingen van het humanitair recht; gijzelneming; moord; onmenselijke behandeling; mensensmokkel; brandstichting; verkrachting of aanranding zonder de dood van het slachtoffer.

* In ruil daarvoor wordt de TBS voor gewoontemisdadigers afgeschaft. Gewoontemisdadigers zijn personen die binnen een periode van 15 jaar tijd tenminste drie misdrijven hebben gepleegd waarvoor ze zes maanden cel of meer kregen. Zij kunnen in het huidige regime nog TBS krijgen, in het toekomstige niet meer.

Ook voor assisenklanten, die na hun criminele straf een wanbedrijf met een correctionele straf hebben gepleegd, vervalt de mogelijkheid tot TBS. Net zoals voor veroordeelden die van de correctionele rechter minstens één jaar cel kregen en die binnen de vijf jaren opnieuw door de correctionele rechter worden veroordeeld. Deze systemen vervallen dus, waardoor de mogelijkheid tot TBS dus potentieel gevoelig wordt beperkt.

* De SURB moét ieder jaar opnieuw oordelen of de TBS-gestelde nog in de bajes moet worden gehouden. Momenteel kan de TBS-gestelde ieder jaar aan de minister van Justitie vragen om vrijgelaten te worden, maar als hij dat niet doet, gebeurt er niets. De rechten van de TBS-gestelde worden dus uitgebreid.

* De slachtoffers worden in de toekomst geïnformeerd over een mogelijke vrijlating van iemand met TBS. Dat is nu nog niet zo. Ze zullen ook gehoord kunnen worden door de SURB.

* Om definitief vrijgelaten te worden zal een TBS-gestelde minstens 2 jaar na elkaar vrijgelaten moeten zijn op proef.

Hoeveel gevallen?

TBS is een veel bekritiseerd systeem, vooral omdat de minister van Justitie (de uitvoerende macht dus) momenteel nog zelf kan beslissen om mensen op te sluiten. Dat roept herinneringen op aan de lettres de cachet onder het ancien régime van Lodewijk XIV.

Lodewijk XIV

België werd overigens in Straatsburg al eens veroordeeld voor zijn systeem van TBS omdat de gestrafte niet in beroep kon gaan tegen zijn opsluiting door de Minister van Justitie. Dat is ondertussen veranderd: nu is beroep mogelijk bij de raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Maar deze organen kunnen alleen maar nagaan of de Minister van Justitie alle wettelijke regels respecteerde toen hij de gestrafte opsloot, niet of die opsluiting ook werkelijk nodig was.

Tijdens de vorige eeuw gingen ook almaar meer stemmen op om TBS af te schaffen, precies wegens het gebrek aan respect voor de mensenrechten. Aan dit laatste punt werd nu verholpen door de nieuwe wet die de TBS overhevelt naar de SURB'S.

Het aantal TBS nam de voorbije eeuw af: tussen 1931 en 1940 werden er 768 opgelegd, of gemiddeld 77 per jaar. Dat aantal zakte naar 176 tussen 1961 en 1970 (18 per jaar) en naar 26 tussen 1981 en 1990 (3 per jaar). In 1995 waren er nog 3.

In 1998 veranderde de wet onder invloed van de zaak-Dutroux. Sinds dan kan TBS ook voor seksuele delinquenten die voor het eerst veroordeeld zijn tot een straf van 1 jaar of meer. Vanaf 2000 liet zich dat voelen: het aantal TBS'ers klom toen naar 10 en naar 23 in 2003, onder wie 9 seksuele delinquenten. Zes van hen waren voor het eerst veroordeeld. De helft kreeg een TBS van tien jaar.

Zie: DERUYCK, SPRIET, TRAEST en VERSTRAETEN, Strafrecht Geannoteerd, Die Keure, Brugge, 2007, 1.254 p.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER