Antwerps Hof tegen verlenging kamers gerechtelijke achterstand

Het Antwerps Hof van Beroep wil niet dat de aparte kamers tegen de gerechtelijke achterstand in burgerlijke en financiële zaken worden verlengd. Dat schrijft eerste voorzitter Christian De Vel (foto) in een nota aan Kamer en Senaat. Het gaat om kamers waarin advocaten met twintig jaar ervaring als raadsheer zetelen. Antwerpen was altijd tegen dit systeem dat op 13 februari 2008 precies tien jaar bestaat. Het Hof bepleit nu weer de afschaffing ervan, maar het staat alleen met die visie. Dat blijkt uit een rapport dat de verenigde comissies voor justitie van Kamer en Senaat vandaag, 12 januari 2008, bespreken. De aparte kamers zullen wellicht weer worden verlengd. Nu al voor de vijfde keer. Dat raakte maandag in de Senaat bekend.

John De Wit

BR>

De aparte kamers bestaan nu tien jaar. Ze werden opgericht door de wet van 9 juli 1997 bij de vijf hoven van beroep om de enorme gerechtelijke achterstand in die hoven terug te dringen. Speciaal was dat advocaten met 20 jaar ervaring aan de balie en gepensioneerde magistraten in deze kamers als plaatsvervangend raadsheer konden zetelen tegen een kleine vergoeding.

Antwerpen telt momenteel 27 van dergelijke plaatsvervangende raadsheren. Ze vormden in 2006 zes aanvullende burgerlijke kamers en die zetelden elk twee keer in de maand. In totaal waren er 120 zittingen en 416 arresten, of 7,9% van de arresten in burgerlijke zaken. Dat waren er 50 meer dan in 2006, maar het topjaar van deze aanvullende kamers was 1999 met 1.051 arresten, het dipje was 2001 met 37 arresten. De gerechtelijke achterstand bedroeg op 8 oktober 2007 in Antwerpen nog 897 burgerlijke zaken.

Antwerpen wil evenwel dat dit systeem stopt. "Het was een crisismaatregel met een uitzonderlijk karakter in afwachting van een structurele oplossing voor de gerechtelijke achterstand", zo schrijft eerste voorzitter Christian De Vel. "De plaatsvervangende raadsheren zijn steeds meer gedemotiveerd geraakt omdat ze een resem taken bovenop hun drukke advocatenpraktijk kregen toegeschoven", zo gaat het verder. De Hoge Raad voor de Justitie is tegen het systeem omdat het verwarring schept als advocaten nu eens recht spreken en dan weer advocaat van een partij zijn. De Vel wijst er bovendien op dat het hoog tijd wordt dat men het personeelsbestand bij de magistratuur berekent op basis van een objectieve meting van de werklast. De Antwerpse eerste voorzitter wil niet dat het systeem alleen maar in zijn hof wordt afgeschaft: als het wordt afgeschaft, dan overal.

Daarbij moet gezegd zijn dat de Antwerpse magistratuur van in het begin tegen deze wet was. Op 1 september 1997 viel toenmalig eerste voorzitter Luc Janssens al fel uit tegen het feit dat advocaten tegelijkertijd advocaat en raadsheer kunnen zijn. "Beiden hebben een specifieke opdracht. De ene vraagt recht voor zijn cliënt en is partij, de andere spreekt recht. Als de rollen worden vermengd, dan zal dat onzekerheid en wantrouwen oproepen bij de gewone burger", zo luidde het toen streng. De wet kende vele kinderziekten omdat men door de geringe verloning en het vele extra werk nooit tot een volledige opvulling van de kaders kwam. Antwerpen had immers recht op 30 aanvullende raadsheren.

Luc Janssens

Antwerpen wil nu dat het systeem stopt, maar het Antwerpse Hof staat helemaal alleen met zijn visie. De Hoven van Gent (waar de plaatsvervangers slechts voor 4% van de arresten tekenen), Luik en Bergen pleiten bij het parlement voor een nieuwe verlenging. Luik en Bergen doen dat ongemotiveerd. Guy Delvoie van het Brusselse Hof van Beroep is eveneens voor een verlenging, maar hij is genuanceerder. Hij pleit eerst en vooral voor een substantiële verhoging van de vergoedingen voor plaatsvervangende raadsheren, of minstens voor een indexering. Delvoie zegt verder dat de plaatsvervangende raadsheren voortdurend zouden moeten worden geëvalueerd, maar daarvoor is er geen wettelijke basis. De Brusselse eerste voorzitter waarschuwt ervoor dat je de productiviteit van de aanvullende kamers niet mag vergelijken met die van de gewone kamers: de prestaties van de beroepsmagistraat in een aanvullende kamer verminderen zijn prestaties in de gewone kamer waarvan hij deel uitmaakt en een aanvullende kamer voorzitten is zwaarder werk dan een gewone kamer voorzitten. Het systeem schept een zware administratieve werklast omdat het verloop onder de plaatsvervangende raadsheren erg groot is.

Delvoie beklemtoont dat de productiviteit van een plaatsvervanger veel lager is dan die van een beroepsrechter. De plaatsvervanger velt in Brussel zo'n 10 arresten per jaar. Delvoie wil de plaatsvervangers behouden, maar zou het toch beter vinden als er in hun plaats een tijdelijk kader van beroepsrechters komt om die gerechtelijke achterstand terug te dringen.

Guy Delvoie

Opmerkelijk is dat de eerste voorzitters van Antwerpen, Gent en Brussel een uitvoerig overzicht van hun activiteiten brengen, terwijl die van Luik en Bergen zich beperken tot een kort briefje, waarin de verlenging wordt bepleit.

Ingewijden zeggen dat die verlenging er zeker komt. Justitieminister Jo Vandeurzen (CD&V) zou gewonnen zijn voor een verlenging van de maatregel. In het verleden koppelde volksvertegenwoordiger Vandeurzen de verlenging altijd aan een meting van de werklast, maar die is nu in wording. De wet op de plaatsvervangende raadsheren heeft overigens niets te maken met de nieuwe wet op de gerechtelijke achterstand die sinds 1 september van kracht is. Deze laatste verandert de gerechtelijke procedure en dat doet de eerste niet: zij schiep alleen een paar extra kamers bij.

12 FEBRUARI 2008

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER