De Antwerpse substituut Peter Van Calster had op 14 september 2012 een strafklacht ingediend tegen zijn hiërarchische chef. Hij betichtte hem van schriftvervalsing en laster. Maar Cassatie gaf Liégeois op 29 januari volledig gelijk. Liégeois werd dus niet vervolgd.

Geen tuchtstraf

Van Calster had aan Liégeois echter ook nog verweten dat die hem met allerlei klachten (o.a. voor schending van het beroepsgeheim) bleef achtervolgen en hem bleef intimideren. Van Calster beschuldigde Liégeois dus ook van zware deontologische fouten. Daarom liep er niet alleen een strafonderzoek, maar ook een tuchtonderzoek tegen Liégeois. De procureur-generaal van het Hof van Cassatie vond nu zopas dat Liégeois geen enkele deontologische fout heeft gemaakt. Er komt dus ook geen tuchtstraf tegen Liégeois.

Nadat Liégeois in zijn geschil met Van Calster eerder al gelijk kreeg van de Hoge Raad voor Justitie, kreeg hij nu voor de tweede keer gelijk van het Hof van Cassatie.

Diamantoorlog

De zaak kadert in de zogenaamde "diamantoorlog" tussen Yves Liégeois en Peter Van Calster. Dat is een geschil over de manier waarop Peter Van Calster de diamantfraude afhandelde op het parket. Liégeois vond dat de dossiers te groot werden, dat de zaken te lang duurden vooraleer ze voor de rechter kwamen en dat procedurefouten werden gemaakt. Van Calster vond dat Liégeois te vlug minnelijke schikkingen met de diamant wilde treffen en dat hij dus te inschikkelijk was tegenover de diamantsector. Uiteindelijk werd Van Calster van de meeste diamantdossiers gehaald, op de Monstreyzaak na.

Lees ook: De Antwerpse diamantoorlog: een overzicht.

JDW Archieffoto