De rechter volgde het openbaar ministerie, dat stelde dat Lidl promotieartikelen aangeboden heeft zonder dat er voldoende voorraad was voor de klanten. Lidl werd beschuldigd van overtredingen op de wet op de handelspraktijken, omdat het tussen eind 2007 en maart 2009 ongeveer 160 promotieartikelen aangeboden zou hebben zonder voldoende voorraad.

Lokvogelpraktijken

Volgens ontevreden klanten ging het om lokvogelpraktijken, waarbij ze naar de winkels gelokt werden met aantrekkelijke promoties die te snel uitverkocht waren. Inspectiediensten van de federale overheidsdienst Economie hadden na reclamecampagnes bij openingstijd van de winkels gecontroleerd of er voldoende voorraad aanwezig was.

Het openbaar ministerie had de maximale geldboete van 55.000 euro gevraagd. De advocaten van Lidl stelden dat er op nationaal vlak telkens genoeg producten beschikbaar waren en dat onmogelijk per filiaal kon ingeschat worden welke items populair zouden zijn. De verdediging vroeg de vrijspraak, maar de rechtbank achtte de feiten bewezen.

De motivering van het vonnis werd woensdagmorgen niet voorgelezen door de rechter. Op burgerlijk gebied is de zaak onbepaald uitgesteld.